Columns van Smoel.nl

Zondagsrijder
door Janske Mollen


Ik snapte als kleine, rijbewijsloze jongedame nooit waarom een zondagsrijder op dinsdag op de weg reed.
Maar de afgelopen weken lijkt het wel iedere dag zondag. Damn, wat rijden er veel mensen rond die nooit dat papiertje hadden mogen krijgen. Bumperkleven, ineens voor je auto schieten, afsnijden om de afrit nog te halen. Ik heb alles gezien deze weken, ben meermalen aan een ongeluk ontsnapt en heb te vaak op de rem moeten schieten, met een noodgang moeten uitwijken om geen dikke Mercedes achterop te krijgen en meermalen lief moeten glimlachen als een mongool met iets te stoere uitstraling zijn macho-frustraties woordelijk op me af wilde kuren.

Niet dat ik de meest voorbeeldige chauffeur ben. Ik ben een vrouw tenslotte en die schijnen niet in de automobilisten top tien thuis te horen, als ik mijn mannelijke vrienden mag geloven. Maar toch.

Nu rijden er vooral hier in het zuiden nogal wat Belgen rond, die blijkbaar gewend zijn alle verkeersregels aan hun laars te lappen. Toen ik zondag brakjes terugreed na een enerverend weekendje Zwolle, vond een Mercedes-Belg het nodig om 120 te rijden op een gewone 80 kilometer-weg. Maar ineens vond hij mij met mijn Lady Marbella op zijn route. En dus ging hij frontaal in de ankers en kuste ruw mijn achterbumper. Blijkbaar vond hij het zo vreemd dat ik daardoor zachter ging rijden (leuke wraakactie trouwens), dat hij luid scheldend, tierend en gebarend langszij kwam om me vervolgens lomp af te snijden en luid toeterend door te scheuren. Klootzak, kneus”, gilde ik hem na.
De resterende tien kilometer naar huis liet ik alle doem-scenario’s door mijn hoofd schieten om vervolgens te concluderen dat de Mercedes-Belg zich in ieder geval op de juiste dag als zondagsrijder gedroeg. Gelukkig is het weekend voorbij. Nu de zondagsrijder nog.

Voicemail
door Charlie Schuurman


“Op dit moment ben ik druk bezig mijn telefoon te zoeken. Zoals je hoort ben ik te laat, dus spreek maar wat in na de piep, dan bel ik je zo terug.”

Tot op heden heb ik mijn voicemailbelofte altijd redelijk na kunnen komen. Tot afgelopen donderdag. Nog voor (!) een avondje stappen in Groningen ben ik mijn mobiel kwijtgeraakt. Ongelooflijk stom natuurlijk. En nu klinkt en klopt mijn voicemail niet meer. Want het zoeken heb ik inmiddels opgegeven en het terugbellen daarmee ook.

Nu schijnt het dat je met een bepaald nummer via een andere telefoon je eigen voicemail kunt afluisteren. Op de manier kan ik alsnog mijn belofte waarmaken. Maar het nummer van mijn eigen voicemail ben ik natuurlijk ook kwijt. En zullen diverse berichten mij nooit bereiken.
En dat is een raar idee. Want ik ben vast niet de enige bij wie dit zo is. En waarschijnlijk zweven er dan miljoenen voicemails door de wereld die nooit aan zullen komen.
Hoeveel van die berichten zullen er wel niet rondvliegen met de tekst “Ik hou van je.” Of: ”Het spijt me enorm”, “Zullen we weer eens afspreken”, of: ”Mijn god ik mis je zo.”
Allemaal berichten die de bedoelde ontvanger nooit meer zullen bereiken. Maar wat als ze dat wel hadden gedaan? Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als al deze berichten waren aangekomen?
Zou de wereld dan anders zijn. Zou er geen verschil meer tussen rijk en arm of tussen zwart of wit. Zouden we met z’n allen gelukkig zijn? Wie weet...

Dus “Dit is de voicemail van Charlie. Op dit moment ben ik druk bezig mijn telefoon te zoeken. Zoals je hoort ben ik te laat, dus spreek maar wat in na de piep, dan bel ik je zo snel mogelijk terug. Mocht je na een week geen reactie hebben gekregen schrijf dan een brief of kom even langs. Wie weet ziet de wereld er dan na een jaar of tien een stuk beter uit... Piep.”

Voetbalvrouw
door Janske Mollen


Vrouwen houden niet van voetbal. Duizenden mensen kijken naar twintig mannen die op een meestal groen weiland achter een bal aanrennen, twee mannen staan op wacht en een man doorkruist diagonaal een veld met een fluitje aan zijn lippen en een gele en rode kaart op zak. Meer is het tenslotte niet, menen vrouwen.

Mannen leven voor voetbal. De wereld mag vergaan, zolang er gevoetbald wordt, is de man gerust. Mannen analyseren, bespreken en beleven intens het tactische spel met de bal. Langs het veld vanwege de sfeer, voor de televisie vanwege de luxe of de afstand of via teletekst. Mannen die de laatste optie prefereren worden niet voor vol aangezien door de andere supporters.

Vrouwen kijken niet naar het spel, de grasmat, de slidings, de buitenspelpositie en al helemaal niet naar de rest van de competitie. Vrouwen kijken naar benen, billen en de ogen van een speler. Is ie lekker, dan zijn ze voor zijn team. Als hij ook nog een aardig potje kan voetballen, worden ze misschien fan.

Ik ben een 'voetbalvrouw'. Ik hou van Engels voetbal, eerlijk voetbal, hardwerkende mannen op een echte grasmat zonder vloerverwarming of regenkapjes. Ik wil doorploegende knoesten op een veld, die de regels respecteren en gaan voor een overwinning. Gelijkspel moet niet mogen. In mijn voetbalwereld geen schwalbes of fakers. Stam is mijn held en Van Hooijdonk bijna god.

Thuis mag ik al jaren meepraten. Nou ja, sinds ik op de juiste momenten ‘Buitenspel!’ roep. Het voetbalteam van mijn broer ziet me graag langs de lijn staan en wil ook nog wel luisteren naar mijn tips. Maar over het algemeen praat ik met anderen nooit over voetbal. Mannen geloven niet dat ik het snap én leuk vind en vrouwen vinden me raar. Ik hóór tenslotte niet over voetbal te praten. Daarom geniet ik in stilte. Tot 'we' kampioen worden. U hoort dus heel binnenkort van mij!

Pasen?
door Luuk Ikink


Het is Pasen en alle hazen leggen spontaan een ei. Ik heb het nooit gesnapt, het hele Pasen idee. Ten eerste, waarom moet ik het woord Pasen met een hoofdletter spellen. Waarom is een beschaafde kleine letter niet goed genoeg. Ten tweede: waarom moet meneer Jezus zoveel feesten hebben. Iedereen is één keer jarig en heeft vader- of moederdag, maar meneer J. moet er persé enkele feestdagen bij hebben. Dat zou an sich niet zo’n probleem zijn, als de feestdag ten ere van hem gewoon één dag was geweest. Maar zo bescheiden is het christelijke geloof blijkbaar niet, want er wordt meteen een heel weekend voor uit getrokken. Sterker nog, met Pasen hebben we gewoon een vrijdag en een maandag vrij! Dat kan geen toeval zijn!

Pasen is een zinloos feest, al zeg ik het zelf. Eieren eten kan ik, mits alles goed gaat wat betreft de vogelpest, het hele jaar door en aan stomme mensen in konijnenpakken die met een mand kleurstofeieren rondlopen heb ik überhaupt geen behoefte. En Pasen heeft een nieuw bijkomend nadeel. Sinds enkele decennia’s trekken honderden Duitsers ons land binnen en halen het hele land in slechts twee dagen overhoop. Wanneer je hier door het dorp heen fietst, word je geheid door Duitsers aangesproken. “Wo ist dis, wo ist das”. Je wordt er gek van! Nu heb ik helemaal niks tegen Duitsers hoor, mijn beste vrienden zijn Duitsers (algemeen excuus, red.), maar ze moeten me niet het godganse weekend lastig vallen.

Dan kruip ik nu weer terug in mijn schulp. Lekker een weekend achter de computer, het wordt toch slecht en guur weer. Precies het weer wat Pasen verdient, als je het mij vraagt. Ik wens u veel plezier met het vieren van Pasen en wanneer u later misselijk van de eieren deze column nogmaals leest, bedenk dan wel: ik heb u gewaarschuwd; “Pasen is dodelijk”, zwart omrand op eieren geplakt.

Preventief
door Janske Mollen


Ik kan niet zoveel met de uitdrukking ‘preventief ruimen’. Wat is dat? Opruimen voordat het begint te stinken? Is dat net zoiets als afwassen voordat je gaat eten? Preventief betekent volgens mij dat je iets aan een probleem doet voordat het een probleem is.

Ik snap dan ook niet zo goed waarom we als een stelletje zombies zitten te kijken naar televisiebeelden van preventief geruimde kippen. Niemand lijkt te beseffen dat die beesten vermoord worden omdat ze ‘dreigen’ ziek te worden.

Er klopt iets niet aan het vermoorden van een gezonde lading koeien, varkens of kippen. Dan kun je volgens mij net zo goed een zootje bejaarden ombrengen voordat er dadelijk een woningtekort onder ouderen is. Of wat Afrikaanse volkeren afslachten voordat ze aan Aids bezwijken. Of vast wat mogelijke wereldleiders preventief bombarderen, want stel dat ze extreem fundamentalistische of dictatoriale neigingen gaan vertonen.

Ik heb een beter idee: laten we wat Nederlandse politieke kopstukken preventief de macht ontzeggen, want stel dat ze er een puinhoop van maken. En gebaseerd op het afgelopen anderhalf jaar kunnen we toch wel met enige aan zekerheid grenzende speculaties zeggen dat ze er waarschijnlijk niet veel van zullen bakken.
We beginnen in Den Haag, want daar is de dreiging momenteel het meest penibel. Dan doen we een rondje langs de Provinciale Staten en vervolgens gaan we eens in de grote steden kijken. Als we het dan nog niet vertrouwen, zijn de gemeenten en de interregionale organen aan de beurt.

Mag ik vast een vervoersverbod voor alle leden van politieke partijen, demissionaire staatssecretarissen, demissionaire ministers en om steun verzoekende formerende politici in het leven roepen?

A-team
door Luuk Ikink


Hoera! Mijn nachten waren nog nooit zo leuk! Ok, overstatement, maar ze zijn nu wel heel cool! Het A-Team is namelijk weer begonnen. Op de unieke uitzenduren 0.30 tot 1.30 op SBS6. ‘Uniek? Het is wel heel laat hoor!’, hoor ik u zeggen. Klopt, maar daarom is het ook zo uniek! Hartstikke handig, want in mijn bespottelijk drukke leventje zijn die uren haast de enige uren dat ik niks te doen heb.

En dat ze juist op die uren mijn favoriete serie aller tijden uitzenden. Dat kan haast geen toeval zijn, toch? Vroeger was ik echt A-Team idolaat. Mijn moeder heeft er serieus over gedacht om mij eens een bezoekje te laten brengen aan de psychiater op de hoek. Is er uiteindelijk nooit van gekomen, want de zender stopte opeens met het uitzenden van mijn helden. Ik huilde 3 dagen achtereen, was nog nooit zo verdrietig. Ik, klein en 8 jaar was ineens beroofd van de enige televisieserie waar ik plezier in beleefde.

Vroeger was ik van mening dat er niks op televisie te zien was. Nog steeds is die gedachte een vaak voorkomende bij mij. Ik was meer buiten dan binnen en was vaker met een voetbal dan met een afstandbediening (die we toen nog niet hadden, maar u snapt het principe) in de hand te vinden. Behalve het A-Team, die konden me naar binnen werken. Ik was van mening dat de zomervakantie die mijn ouders boekten moest worden aangepast aan het uitzendschema van de 4 helden. Als we bij mijn grootouders waren geweest moest mijn vader 180 rijden om het A-Team te halen. Murdock was mijn favoriet, die ik dan ook veelvuldig nadeed op het schoolplein. Totdat ze stopten met uitzenden. De eikels.

Maar ze zijn weer begonnen. ’s Nachts zit ik nu op bed te kijken naar Hannibal Smith, H.M. Murdock, B.A. Baracus en Face. Veronica liet hier een gouden kans liggen.

Saeed al Sahaf
door Charlie Schuurman


Wat erg. Ik zal het gaan missen. De oorlog in Irak. En dat voor iemand die eigenlijk faliekant tegen die strijd was. De reden dat ik de oorlog toch zal gaan missen? Mohammed Saeed al Sahaf. De minister van informatie van het (voormalige) regime van Saddam.

Onlangs kwam hij nieuw binnen op nummer 1. In de lijst van eigen bevolking oplichtende personen. Jarenlang stond daar de heer Clinton met het onvergetelijke: ,, I did not have a sexual relationship with that woman!”
Maar nu is hij na 4 jaar dan toch die felbegeerde titel kwijt. Maar wat wil je ook. Als iemand met een loop van een Abrahamtank in z’n nek en 3 Apache helikopters boven z’n hoofd, in de Irakese hoofdstad roept:,, There are no American soldiers in Bagdad at this very moment!” Dan ben je een grote!

Deze man moet dan ook zo snel mogelijk gecontracteerd worden door welk televisiestation dan ook. Laat hem bijvoorbeeld een vaste rubriek krijgen in het NOS journaal. En laat hem dan iedere keer als men overschakelt naar Gerrie Eikhof in Bagdad zeggen:,, There is no Gerrie Eikhof in Bagdad at this very moment!”
Of laat hem samen met Cruyff de voetbalwedstrijden verslaan. Maakt niet uit wat maar slinger deze man de ether in. Laat hem live verslag doen van de ruiming van kippen. (,,There are no chickens killed in the Neterlands”…)

Geef hem een talkshow, in ieder geval een fanclub of iets degelijks. Laten we deze stand-up comediant alstublieft behouden voor de wereld. Want het zou toch doodzonde zijn als hij straks in een of andere cel terecht komt om daar te roepen:,, I don’t miss the publicity at all”. Want dat zal hij zeker doen, en ik evenzeer.

Mohammed
door Janske Mollen


Vroeger speelde ik met een grote groep buurtkinderen in de straten van mijn dorp. Knikkeren, balverstoppertje en ‘stoepranden’, dat waren nog eens tijden.
Na school vlogen we naar buiten om maar vooral niets te hoeven missen.
Onze moeders hadden het er maar wat druk mee om ons rond etenstijd binnen te krijgen. Daarna was de straat wederom van ons, tot diep in de schemering. Dat waren de beste uren voor verstoppertje.
God, wat was het spannend om sluipend achter auto’s door en door smalle paadjes achter de huizen te proberen niet gevonden te worden. ‘Vrijbuten’ was het doel, zodat de zoeker nog een keertje moest en wij weer andere gangetjes in de buurt konden doorkruisen. Die dorpswijk was de wereld, de rest deed er niet toe.

Mohammed speelde ook dagelijks met zijn vriendjes. Ze hadden een bal en renden vol kinderlijke overtuiging achter elkaar aan. Saddam waakte tenslotte over hen, hadden ze de minister van informatie horen zeggen op tv. Amerika? De rest van de wereld? Dat doet er toch niet toe.
En dus renden ze door gangetjes en paadjes en probeerden de tegenstander te ontkomen. De ouders keken toe, blij dat er nog iets normaal ging in deze tijd.
Mohammed en zijn vriendjes schoten een veldje op en daar trapte hij de bal weg. Saïd schoot er achteraan. En net toen hij de bal in handen had en zich omdraaide, klonk er een vreselijke klap en werd hem het zicht ontnomen. Saïd vloog enkele meters door de lucht en belandde op zijn rug. Tegen de tijd dat hij weer helder kon denken, lag hij in het ziekenhuis en keek verschrikt, verdoofd, geschokt in de camera van Al Jazeera.

“Waar is Mohammed?” vroeg de reporter. “Mohammed is dood”, antwoordde Saïd. De rest van Saïds' leven? Dat doet er nu voor hem niet meer toe.

Goal!
door Luuk Ikink


Vroeger zat ik zelf ook nog op voetbal. Ik kon het redelijk, vond ikzelf. De trainers onder wie ik speelde waren het daar wel eens niet mee eens en ik zat regelmatig op de bank. Hulde aan de ouders, die er voor zorgden dat kinderen niet een hele wedstrijd op de bank zaten. “Het blijft tenslotte een spelletje”. Nou, geloof me, het is geen spelletje voor de trainers van jeugdelftallen. De meest fanatieke trainers vind je niet in het profvoetbal, maar bij de E-tjes bij uw plaatselijke voetbalclub. Meestal zijn het trouwens mensen met een snor. Heel raar is dat, maar iemand met een snor heeft blijkbaar meer capaciteiten als E-trainer.

Mijn mooiste voetbalmoment was tegen de Twentse club Denham. We stonden een kwartier voor tijd met 4-2 achter. Ik stond achter in het veld en ik weet bijna zeker dat de doelpunten niet mijn schuld waren. Of in ieder geval niet allemaal. Op een gegeven moment schreeuwde de trainer iets naar mij. Hij wuifde met zijn hand richting de overkant van het veld. Ik moest naar voren. Spits assisteren.

Als een echte van Hooijdonk sprintte ik naar voren. ‘Ik moet de ploeg redden, ik moet de ploeg redden’ gonsde er door mijn hoofd. De echte spits keek kwaad. Wat ik hier deed, als onervaren verdediger, moet ie gedacht hebben. We begonnen met een hoekschop, genomen door de rechtsbuiten. Ook die keek even vreemd toen ik met mijn ‘20 centimeter kleiner dan de rest’ tussen de mensen stond. Hij trapte, miste de bal half, die stuiterde door, richting mij en ik hoefde hem alleen maar in te tikken. Hoera! 4-3, met nog 10 minuten op de klok. Professioneel tikte ik de bal onder de arm van de keeper vandaan en legde hem in de sprint op de middenstip. “AFTRAPPEN EIKELS”, schijn ik geroepen te hebben.

We leven een minuut voor het einde van de wedstrijd. De druk van onze kant is groot, maar de bal wil er niet in. Ik strijd voor mijn team, vond ikzelf, maar aan een 4-3 verlies hebben we niks. Opeens komt de bal bij wederom de rechtsbuiten. Ik sta voor het doel, met om mij heen twee Denhammers. Rechtsbuiten speelt de bal, ik loop er naar toe, één Denhammer komt voor mij en raakt de bal aan en tikt hem in eigen doel. Maar. Door de verwarring lijkt het net alsof ik scoor! Dus ik juichen, word overspoeld met medespelers die me allemaal geweldig vinden en zo. En ik werd niet eens wakker, geweldig!

Later speelde ik nog veel vaker spits, maar zo’n wedstrijd als die speelde ik nooit meer. Ik was Maradonna en Kluivert ineen. Koning van het veld, gevreesd door de tegenstander. Ik was nummer 13 baby!

Volgens plan
door Charlie Schuurman


Bush deed het in zijn toespraak voorkomen alsof het doen van een paar boodschappen ingewikkelder zou zijn dan het regime in Irak onderuit te halen. Saddam kreeg twee dagen de tijd om Irak te verlaten, want anders zou Amerika met een overweldigende militaire kracht het land bevrijden.

En dus zat ik twee dagen later ’s nachts voor de tv te kijken naar CNN. Het was echter de vraag of de VS direct na het aflopen van het ultimatum zou toeslaan of dat men zou wachten tot zaterdag. Dit in verband met voorspelde zandstormen op donderdag en vrijdag.
Zaterdag was, gezien het weer, beter. Maar net toen men dat besloten had, kwam er een telefoontje uit Bagdad. In dat gesprek werd duidelijk dat de legertop ergens in de Irakese hoofdstad aan het vergaderen was. Een buitenkansje, althans, zo leek het en dus werd het desbetreffende complex bestookt met bommen. Gevolgd door wederom een telefoontje. Het betrof hier niet de huidige legertop, maar een groep veteranen. Sorry, ‘foutje’.

Mooi klote, want de eerste bommen waren gevallen en dus was men begonnen. Nu wachten tot zaterdag leek wel heel erg raar en dus moest men nu wel door. En zo ging men overhaast en onverwacht toch ten aanval. Op volle toeren naar Bagdad leek zo’n beetje het enige bevel dat gegeven was. Die ietwat verkeerde start blijkt nu tekenend voor het verloop van de oorlog tot nu toe. Want het ene na het andere ‘foutje’ wordt vanaf het front gemeld.

Al meer dan 35 doden door friendly fire, een onverwachte weerstand van de Iraki’s (die schijnbaar niet echt onder de indruk waren van de hevige bombardementen zoals wel de bedoeling was). Konvooien kwamen tot stilstand omdat de aanvoerroutes te lang waren en dus (te) moeilijk te verdedigen. Basra blijkt een haast onneembare vesting, mijnen in de haven van Uhm Qasr houden hulpgoederen tegen en in de weinige steden die de coalitie tot nu toe bevrijd heeft, wordt men onverwacht lauw onthaald. En als de oorlog langer gaat duren zal Groot-Brittannië duizenden manschappen tekort komen.

Hoe raar is het dan ook om na tien dagen van dit soort onverwachte tegenslagen een generaal Franks te horen zeggen dat alles volgens plan, of zelfs beter verloopt.

Morgen moet ik boodschappen doen en zal de sleutels vergeten als ik mijn huis verlaat. Ik zal worden gebeten door een hondje dat ik probeer te aaien. Ik zal over een losliggende tegel struikelen en worden aangereden door een rode Golf. En als ik uiteindelijk de winkel heb gehaald, zullen alle artikelen die ik nodig had, uitverkocht zijn en zal ik de vervangende producten niet kunnen betalen, omdat ik geen geld op zak heb en mijn pincode vergeten ben. En dus zal ik onverrichte zake huiswaarts moeten gaan.

Erg vervelend allemaal, maar wel volgens plan!

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.