Columns van Smoel.nl

Grote stad
door Wouter Zaalberg, 2e jaars journalistiek

Uittocht in Dieren. Niet alleen ik, maar ook goede vrienden en vriendinnen zoeken hun heil ergens anders. In de grote stad, zeg maar. Tijd om afscheid te nemen van het dorp waarin ik 18 jaar heb rondgelopen.

Ik besluit nog eenmaal een rondje te lopen langs alle bezienswaardigheden. Ik loop langs de Gazelle fabriek, waar ook uw fiets vandaan komt, langs een van de drie cafés, standbeelden van ijsberen (je moet toch iets vereren?) en mijn inmiddels platgegooide basisschool. Het is, al met al, een kleine wandeltocht door mijn leven. Dieren, om uit een mooi liedje te citeren, is een prachtige ziekte, waartegen ik een medicijn heb gevonden. De grote stad. Er schiet mij een gesprek binnen tussen mij en een meisje die Dieren als einde van de wereld beschouwde. Ging ongeveer zo:

"Ik woon tegenwoordig op kamers", zegt het meisje.
"O, wat leuk", antwoord ik plichtmatig, om er direct aan vast te plakken: "waar dan?".
"Nou, wel gewoon in Dieren, hoor" zegt ze.
"Maar daar woon je nu toch ook?” vraag ik verbaasd.
"Ja, dat klopt, maar nu ga ik op kamers".
"Maar zou je niet iets verder weg willen, naar de grote stad?" probeerde ik nog. Tevergeefs. Arnhem, zei ze "is maar zo’n gedoe".

Arnhem, voor de goede orde, ligt op zestien kilometer van ons dorp. Nu heb ik wel eens opmerkelijkere en spannendere gesprekken gehad, maar dit is mij altijd bijgebleven. De paradox tussen ‘op kamers gaan’ en Dieren…

Nog zo’n leuke paradox: een groep hangjongeren heeft zich verenigd onder GOD. God? Nee, G.O.D.: Gangsters of Dieren! Met als gesignaleerde slogan: ‘only god can judge us’. Is het niet fantastisch, hilarisch, schattig, tranentrekkend? Gangsters van een dorpje tussen de rivier en het bos, met drie cafés, drie voetbalclubs, geen enkele coffeeshop en vier leeggelopen kerken (zelfs hier is geloven uit). Ik weet het niet, maar als professionele gangster zou ik gaan ehh…‘gangsteren’ in de grote stad.

Ik ben geen rasechte Dierenaar, ik loop niet op, in Dieren ultrahippe, Nike air Max, kan een gniffel niet onderdrukken als mensen het over GOD hebben, zit hier niet op kamers en hang niet zo graag op straat rond en vertoef liever in de grote stad. Maar toch. Een onzichtbare traan voor het dorpje tussen rivier en bos.

Tijd om naar huis te gaan, naar de kamer in de grote stad.

Spijt
door Janske Mollen

Ik kijk soms terug in mijn persoonlijke archieven vol foto’s, kaarten, artikelen en andere herinneringen. Om te weten hoe dingen waren, om eens te herinneren wat ik met mijn leven heb gedaan of om gewoon even lekker weg te dromen en een beetje te mijmeren over toen en nu.

Zo kwam ik laatst in een vergeten lade vol brieven, rotzooi en bewaarsels een grote envelop tegen. Kaarten van verjaardagen, foto’s en kaarten vol afstudeermomenten, hartenkreten en brieven van mijn beste vriendinnen rolden over elkaar heen uit de envelop. En ineens zat ik weer op de redactie van het Eindhovens Dagblad in Helmond. Waar mijn toenmalige collega’s de dagen doorkwamen met kantoorhumor over ene Zaagmans (die kwam altijd de week doormidden zagen) tussen het tikken van het nieuws van de dag door. Een afscheidskaart vol weemoed en voorzichtige beloften.

Ik bevond me weer even op mijn kamertje bij mijn ouders waar ik me koesterde in de liefdevolle brieven van mijn vriendinnen in een moeilijke periode. En ik stond nog een keer in het middelpunt van de belangstelling bij mijn afstuderen en het praatje dat Vriendin namens mijn andere Vriendinnen hield.

Rekeningen die opliepen tot dwangbevellen schudden me weer even terug in de realiteit en met een moedeloos gebaar schoof ik alles terug in de envelop.

Voorbij is voorbij. Terugkijken moet je niet te lang doen. Doorgaan vanaf het punt waar je staat en er het beste van maken. Zonder spijt en een hopeloos smachten.

Ik schrijf het op en lees het na, maar moet erkennen dat ik zelf ook ooit moeite heb met doorgaan. Doorgaan betekent ook omgaan met alle ongemakken die je in het verleden hebt veroorzaakt. En dan heb ik soms wel ooit spijt. Van mijn laksheid, mijn naieve enthousiasme en mijn kleine-meisjes-wat-is-de-wereld-mooi-en-ongerept. Lulkoek. De wereld is hard en de stoeprand nog harder. Kwestie van niet vallen dus. En als ik val, raapt iemand me vast wel op. Toch?

Scooterterroristen
door Janske Mollen

Wat is dat toch met de zomer en scooters en brommers? Zo gauw een zonnestraaltje doorbreekt, worden die non-voertuigen uit hun stalling getrokken en startklaar gezet. Om met een bijna dodelijke rotgang door de straten, stegen en over de pleinen van Zwolle te racen.

Luid toeterend en geirriteerd kabaal makend op de momenten dat een voetganger – een van angst verstijfde bejaarde of een niet oplettende huisvrouw – het waagt zich op de niet te voorspellen route van de onheilsrijder te bevinden.

Dus daar zit je dan, als levensgenietende terraszitter in het Zwolse centrum. Rustig keuvelend met mede-zomeraanbidders. Drankje erbij, peukje in de aanslag.

Tot zo’n onruststoker het citroentje uit je glas dendert en met een rotvaart net niet die man van zijn sokken rijdt en luid piepend tot stilstand komt. Het lawaai vermindert en even denk je weer aan rust en vang je een glimp op van Zuidfranse of Spaanse binnenlandse plaatsjes met zonovergoten pleinen en zinderende terrasmiddagen.

Maar nee. De scooteraar heeft zijn gevaarte niet uitgezet, maar laat hem nog een kwartier sputterend brandstof verbranden. Vijfennegentig decibel zou het geluid van de binnenstad-terroristen meten. Evenveel als een F16 op 600 meter hoogte.

Wat zou ik op die momenten graag de scooteraar de hete uitlaat van zijn brommer in zijn mond laten steken en eens flink gas geven. Want je rijdt op zo’n ding of je zet hem stil. En uit.

Dood aan de brommerterreur, lang leve de zomerse terrasrust.

Jeroen Post,
meester van het interview

door Wouter Zaalberg


(Klik op deze afbeelding voor een spetterende uitvergroting of om Jeroen Post eeuwig op je desktopje te laten prijken! Wie wil dat nu niet?!)


Op dagen dat ik vrees voor vervlakking en verschraling van kwaliteitstelevisie, kijk ik graag naar Jeroen Post. Jeroen Post is al jaren de presentator van TMF. Meestal een kweekvijver voor aanstormend talent, zoals Sylvana Simons, Renée Vervoorn en Sonja Silva bewezen. Zij zeiden na een enkele jaren doei tegen de jongerenzender om elders het fortuin te vinden. Bij nóg betere programma’s.

Maar Jeroen Post zit al een godvergeten tijd bij TMF. Dat is vreemd.Want Jeroen Post is de ongekroonde meester van het interview. Deze zonnemaanden doet hij verslag vanuit Spanje. Interessant? En of! De kijker leert de jongeren-cultuur-op-vakantie kennen vanuit de... uh... kern. Post als verslaggever vanaf het front. We weten dankzij hem wat de vakantievierders eten, drinken en doen. En het belangrijkste; op welke manier je een vrouw of man moet liefkozen.

Laten we een enkel interview lezen.
(setting: op het strand. Jeroen Post heeft een petje op en een zwembroek aan. Hij ligt op een luchtbed naast twee vrouwen van ongeveer twintig jaar.)Jeroen Post: En, dames, hoe hebben jullie het hier?
Vrouw: helemaal te gek!
Jeroen Post: en heb je, lamazeggen, nog een beetje leuke jongens ontmoet, dan, dus?
Vrouw: ja, wel een paar ja
Jeroen Post? En hebben jullie al geneu…heb je al met iemand gezoend?
Vrouw: met een paar, ja
Jeroen Post: en kan hij goed zoenen? Nee, lamazeggen, wanneer kan een jongen goed zoenen volgens jou?
Vrouw: Ehh….nou gewoon, als ie maar niet slurpt.
Jeroen Post: kijk! Kijk! Daar hebben we wat aan! (raakt in extase)
Jeroen Post: En……verder, dan?
Vrouw: Wat bedoel je?
Jeroen Post: dat leg ik uit na de volgende clip, dat gaat helemaal goed komen! Ik tjéeek je zo!

Fantastisch!
Tot tranen toe geroerd op de bank gekeken. Als doorgewinterde Nova, Barend en Van Dorp en Zomergasten kijker, ben ik qua diepte-interviews wat gewend. De subtiliteit, de achterliggende gedachte, de essentie van een gesprek komt echter zelden beter tot uiting dan in dit interview.

Jeroen Post. Ondergewaardeerd door alles en iedereen. Ten onrechte, uiteraard. Jeroen Post is een genie. Jeroen Post is het antwoord op de televisiepulp. Dankzij zijn programma’s krijgt de jeugd haar dagelijkse portie educatie binnen. De vleesgeworden normen en waarden van de premier.

Tegen iemand, die op zulk een intrigerende wijze de essentie van het leven ontvouwt in een reportage, zeg ik: Jeroen, blijf je voor altijd in Spanje?

(N)onmensen
door Janske Mollen

“Zullen we hier wat drinken?”
“Moet dat?”
“Hoezo moet dat? We zijn toch een gezellig dagje weg, dan kunnen we toch even wat gaan drinken?”
“Okay, okay…”
“Nou, als het zo moet.”
“Jaja, al goed, ik ga wel mee.”

“Goedemiddag, wat wilt u drinken?”
“Heeft u IceTea?”
“Jazeker.”
“Twee IceTea, zonder prik dan.”
“Die heb ik niet, ik heb alleen met prik.”
“Maar ik wil zonder prik.”
“Ja, maar die heb ik dus niet.”
“Doe mij dan maar een cola.”
“Ik niet, ik wil IceTea zonder prik.”
“...”
“Neem dan wat anders, ze heeft geen IceTea zonder prik”
“Ik wil gewoon IceTea zonder prik.”
“...”
“Nou, doe me dan ook maar een colaatje”
“Eén colaatje voor meneer.”

“Goedemiddag.”
“Mag ik één bier en een broodje bal?”
“Ik heb geen broodje bal, meneer.”
“Dat had je vorig jaar wel.”
“Ja meneer, maar we hebben de kaart veranderd.”
“Oh, heeft u kroketten?”
“Ja hoor.”
“Doe me dan maar kroketten, ik sta hiervoor met een kraam.”
“Dan kom ik het zo wel even brengen.”

“Wat is dat?”
“Dat zijn uw kroketten meneer.”
“Maar ik had er maar eentje besteld.”
“Zo serveren wij ze meneer.”
“Dan hoef ik ze niet.”

“Kun je vier keer 58 cent op mijn rekening zetten voor deze sigaartjes?”
“Hoe kom je daar aan?”
“Die heb ik boven in het restaurant gehaald.”
“Zomaar? Zonder te vragen?”
“Dat mag van je collegaatje altijd.”
“Maar dat ben ik toch niet? Ik ken u niet eens en u loopt zomaar naar boven om sigaartjes van achter de bar in het restaurant te halen?! Dat had u toch wel eerst kunnen vragen? Bovendien heb ik ze hier ook achter de bar liggen.”
“Dat weet ik toch niet!”
“Daarom had u het ook kunnen vragen!”
“Nou als het je zo’n zeer doet, dan zal ik het volgende keer wel vragen! Als het restaurant nou gesloten was.”
“Het restaurant IS gesloten meneer en het doet me helemaal geen zeer, het is gewoon asociaal gedrag!”
“Nou, dan verschillen we daarover van mening.”

Lang leve de Zwolse Blauwvingerdagen.

Platgooien dat Vaticaan!
door Wouter Zaalberg

De Paus heeft zijn hok verlaten. Maanden laat ie niks van zich horen. Deze week is hij maar liefst tweemaal onder zijn goddelijke steen vandaan gekropen om twee fan-tas-tische ideeën de wereld in de slingeren. Komen ze:

Ten eerste heeft hij een clubje opgericht die de verspreiding van aids tegen moet gaan. Op zich een goed initiatief, als de heilige middelen niet zo walgelijk waren. Je voorkomt aids, volgens het Vaticaan, door middel van onthouding, kuisheid, huwelijkstrouw. Kortom, "katholieke idealen", zoals een priester stelde. Maar het gebruik van condooms is nog steeds een zeer groot taboe. Jaja, gelukkig waken de Paus en zijn volgelingen over ons.

En gisteren waarschuwde de Vaticaan sekte voor modern feminisme. Want, zo stellen ze, deze stroming "streeft naar gelijkheid van de geslachten, waardoor homoseksualiteit en heteroseksualiteit gelijkwaardig worden."
Jaja, alle mensen zouden maar gelijkwaardig zijn. En wij hechten geen belang aan "het feit dat de Zoon van God de mannelijke vorm heeft aangenomen toen hij tot mens werd". Waarom dat belangrijk is? Geen idee.
Het interesseert me helemaal geen zak of Jezus een man of een vrouw is en volgens mij heeft dat ook geen specifieke boodschap. Maar het interesseert me wel dat daardoor vrouwen gediscrimineerd worden. Door het goddelijke Vaticaan. In 2004.

Het is eigenlijk zo zielig dat het grappig wordt. De Paus als stotterende en kwijlende bejaarde die waakt over de wereld. Die man is versleten, moe en op. Die laat je toch niet over zulke dingen praten, laat staan beslissen?

Stel voor, een islamitisch instituut blèrt in Nederland over het kwaad van modern feminisme en condooms. Nou, dan staan we vooraan in de rij om zulke mensen te stenigen. Maar als het Vaticaan het zegt, is het prima. Jongens en meisjes, jullie mogen best seksen maar dan wel na het huwelijk en gebruik in godsnaam geen condoom, want dat is slecht voor je! Als je namelijk de bijbel op een bepaalde manier interpreteert, kan je mogelijk concluderen dat condooms niet gebruikt zouden moeten worden.

En dus zeg ik met groot genoegen: het Vaticaan is een belachelijk instituut. Platgooien die club!

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.