Columns van Smoel.nl

Vibes
door Vincent Wever


Ik heb de laatste tijd weinig tv gekeken. Gelukkig had ik er deze week eens tijd voor en zin in. Na zo’n avondje zinloos zappen, kom je er snel achter dat Hilversum nog steeds een niet aflatende stroom bagger produceert. Aan die indrukwekkende lijst kan ik sinds kort weer een prachtjuweeltje onbegrijpelijke zendtijdvulling toevoegen. Met stip nieuw binnen op nummer 1: Veronica Vibes!

De aanleiding. Veronica zit in de shit. Lid worden kan alleen niet, omdat ze zichzelf commercieel noemen, dus moeten ze het met advertenties doen. Probleem is alleen dat adverteerders óók weten dat er geen hond kijkt naar de 22e herhaling van Married with Children of The Fresh Prince. Koortsachtig wordt er maar een redactie bij elkaar getrommeld om iets nieuws te bedenken. Iets dat werkt.

De voorbereiding. De koppen worden bij elkaar gestoken, er wordt gebrainstormd en -o verrassing!- er komt een volslagen onorigineel idee uit rollen! RTL heeft namelijk Boulevard en dat scoort zo lekker. Dat wil Veronica ook wel. Wat heb je nodig voor een programma als Boulevard? In ieder geval een homo. Een echte nicht nog het liefst. Jeroen Kijk in de Vegte is dus snel gebeld. Hij heeft er alleen weinig zin in, maar als ze hem uitleggen dat je toch allemaal in hetzelfde noodlijdende-omroepschuitje zit, gaat hij toch overstag. Voeg daarbij nog twee dertien-in-een-dozijndametjes toe en je presentatieteam is compleet.

De uitzending. Daar staan ze dan: Jeroen Kijk in de Vegte lijkt zo snel mogelijk weg te willen, Jorinde Moll en Lizelotte van Dijk loensen ondertussen om het meest in de camera. Alsof dat nog niet afzichtelijk genoeg is, staan de drie ook nog eens tussen een gigantische Veronica-V, waardoor het eerder lijkt alsof ze vanuit een loopgraaf presenteren. Nu is presenteren een vrij ruim begrip; ze lezen stamelend hun tekstjes op en tja, hoe geef je een mening als je die niet hebt? Dat maakt niet uit; Boulevard doet het ook, dus moet het.

Gelukkig ontbreekt het Veronica waarschijnlijk aan budget om deze ramp dagelijks over ons uit te storten; ze houden het op een keer per week. Zelfs dat is nog teveel. Laat ze liever nog maar een 23e keer Married with Children op de buis gooien! Dan zap ik wel verder naar Boulevard.

De Blonde God
door Janske Mollen


Daar staat hij. Hij kijkt me recht aan. “Wil je iets van me”, lijkt hij te vragen. Ik glim, ik twijfel, ik verman me en vraag of hij even tijd heeft. “Tuurlijk”, zegt hij stralend terwijl hij me onderzoekend aankijkt. Even, echt maar heel even lijkt het of hij me gaat zoenen, maar dan…

Het had zo een scene uit Costa! kunnen zijn. Of een andere serie. Het had zelfs een droom of een nachtmerrie kunnen zijn. Maar het was gewoon realiteit. Mijn realiteit.

De Blonde God stond voor me en lachte naar me. Trok behulpzaam en galant een stoeltje dichterbij en nodigde me uit te gaan zitten. Hij bleef lachen: De Blonde God. En wat praatte hij mooi en wat zag hij er van dichtbij nog beter uit dan op het scherm.

Ik moest me erg inhouden en probeerde maar vooral serieus en zakelijk te zijn. Ik moest vooral niet laten merken dat ik volkomen van mijn stuk was door zijn verrassend eerlijke en open benadering en uitstraling. God, wat is die man sexy van dichtbij!

Ik heb het over het algemeen niet zo op BN’ers. Ze zijn vaak erg arrogant, kijken verstoord als je ze wat vraagt en zijn vaak erg kortaf en afstandelijk. Komt natuurlijk ook omdat ze mij nog niet eerder ontmoet hebben, maar dan toch. Ik lach toch ook vriendelijk naar iedereen!

Nee, dan De Blonde God. Leek de sympathieke Belg op het scherm nog irritant en een player. In het echt, zo voor dat hele even, dat ene moment, was Kurt Rogiers te mooi om waar te zijn.

Ik denk dat ik verliefd zou kunnen zijn. Aah, mag ik hem houden?

Stiltecoupé?
door Vincent Wever


De trein van 22.19 uur. Ik zoek een plek, wat niet zo moeilijk is op dit tijdstip, en neem plaats. Ergens achter me hoor ik een peutermeisje samen met haar moeder spelen. Ze praten in een taal die ik niet ken. Ik luister, maar kan niet plaatsen wat ze zeggen. Ik kijk om en zie nog net twee zwarte staartjes.

Een eindje verderop zitten drie dronken boeren. Ze delen dropjes uit aan de andere passagiers. De meeste slaan ze beleefd af; een enkeling ergert zich, zo te zien. Zelf hebben ze in ieder geval de grootste lol en laten dat ook goed horen.

Een paar banken verderop gaat een telefoon over. Grappige beltoon. “Met Ron”, neemt hij op. Niet het meest gezellige gesprek wat ik ooit heb afgeluisterd. “De hele inboedel wordt geveild … Ja, alle vaste lasten zijn er al af.“

Het meisje achter mij begint te huilen. Vind je het gek op zo’n tijdstip? Die is hartstikke moe. Haar moeder probeert haar kennelijk te troosten, zonder succes. Ze houdt pas op met huilen als ze in slaap valt.

Eén van de boeren kijkt uit het raam om te zien waar ze zitten. Hij denkt het te weten, maar dronken boer nummer twee is het er niet mee eens. Het levert een vermakelijke discussie op, maar een schoolvoorbeeld van 'goed je argumenten onderbouwen' is het niet. Tja, het zal sowieso niet hun sterkste punt zijn, laat staan in de toestand waarin ze nu zitten.

"Morgen is het onherroepelijk", hoor ik Ron zeggen. Zou hij het over zichzelf hebben? Je mag het toch hopen van niet. Geld heeft hij kennelijk nog wel, want in de spiegeling van de ruit zie ik hem ondertussen uit een flesje Corona drinken. Stelen is geen optie, want met gejat bier kom je tegenwoordig geen winkel meer levend uit. Vijf voor is 'ie op het station. Ik reken. Hij zal wel naar Enschede moeten. Vreemd accent voor deze hoek trouwens. Ik gok op Zeeuws.

Ik sta weer op; m’n station is in zicht. Soms wil ik gewoon helemaal geen stiltecoupé.

Te dik
door Janske Mollen


Gebakken piepers met mayo. Chocolade van Cote d’or of Ritter Sport. Een koekje bij de koffie wordt een halve pak en brie is het lekkerst als het vetpercentage hoog genoeg is. In een kroeg drink je bier of wodka-bitter lemon en geen gemerkte watertjes. Nougat van Jamin – de zachte èn de harde variant – zijn lekker tijdens het typen.

Ik ben te dik.

‘s Morgens eet ik twee boterhammen. Tot twaalf uur minstens vier bekertjes automatenkoffie met weinig suiker. Met de lunch vier tot zes sneetjes brood, al dan niet tot tosti getransformeerd. ‘s Middags nog vier bekertjes koffie, eventueel een meeneemsnack. En ‘s avonds een bord warm eten. Soep vooraf, geen toetje.

Ik ben te dik.

Ik heb mijn auto nodig voor mijn werk. En voor de boodschappen. Dat gaat toch niet allemaal op de fiets. Hoezo verderop parkeren? Voor de deur is gewoon plaats! Die gehuurde thuisfiets staat werkeloos buiten in de tuin. De trap op (en af!) lopen is toch ook beweging?

Ik ben te dik.

Weight Watchers, rauwkostdieet, brooddieet, accupunctuurdieet, fruitdieet, psycholoog, bloedgroepdieet, niet-eet.

Ik was te dik, ben te dik en blijf waarschijnlijk ook te dik. Zwaktebod? Misschien wel, maar ik zie het niet zitten om de rest van mijn leven alles te moeten afzweren om aan een beeld te voldoen dat ik ook zelf in het leven heb geroepen.

Maar toch. Mijn kledingmaat wordt steeds groter, de keuze beperkter. Ik hobbel en blubber voorbij de etalageruiten. De trap oplopen en praten tegelijk betekent vijf minuten ademnood. Mijn knieën doen pijn, mijn rug protesteert en mijn hart voel ik af en toe te nadrukkelijk aanwezig zijn.

Ik ben te dik. En dringend op zoek naar wilskracht en doorzettingsvermogen.

The American Dream
door Wilbert Pot


Het is 2005. De president staat op. Nog met de slaap in z'n ogen strompelt hij naar de spiegel. De leider van Amerika ziet zichzelf, hij recht z'n brede schouders, kijkt trots en zegt vol overgave met een grijns op z'n gezicht: "I am back!"

Hij wist het nog goed, toen hij voor het eerst de overstap maakte van Oostenrijk naar Amerika. Hij had zojuist de titel Mr. Universe en ging naar het land van de onbegrensde mogelijkheden om z'n geluk te beproeven.

Hij kocht een appartementje en na zijn dagelijkse fitnessoefening plofte hij met een eiwitshake op de bank. Op de televisie zag hij ‘The American Dream’ en dit was voor hem de bevestiging dat iedereen in America succesvol kon zijn. Maar al gauw kwam hij er achter dat in de 'echte' wereld, deze Amerikaanse droom niet voor iedereen weggelegd was. Hij zag dikke Amerikanen, zappend voor de TV hamburgers eten, honger, geweld en racisme.

Hij ging kijken naar de mensen die succesvol waren en zag dat de droom niet vanzelfsprekend was. Je moet vechten, over lijken gaan, acteren om je doelen te bereiken. En om echt toegang te krijgen tot deze Amerikaanse droom moet je gewoon op televisie komen. Dan ben je onderdeel van de droom, wordt je door de meerderheid, het onsuccesvolle deel van de bevolking, bewonderd, aanbeden en zo kom je verder.

Een wijs besluit was het dan ook om acteur te worden. Hij werd wereldberoemd, trouwde met Maria, een telg uit een zeer rijke familie en was opeens een echte Amerikaan die zijn droom verwezenlijkt had. Aan het begin van de 21ste eeuw nam echter zijn populariteit af, zijn films werden minder bezocht. Hij zocht naar nieuwe doelen. En opeens dacht hij aan het hoogst haalbare doel: president van Amerika.

Hij verdiepte zich in de politiek en kwam er achter dat de meest populaire president ooit, Reagan, in zijn laatste termijn zo dement was als een wortel en natuurlijk wist iedereen dat de huidige president qua intelligentie niet voor hem onderdeed. Acteren, met een brede grijns en een paar sterke oneliners. Daar trek je die domme Amerikaanse kiezers mee over de streep.

In oneliners was hij een koning en ook acteren ging hem ook wel goed af. Het verbaasde hem ook niets dat hij met glans Gouverneur van Californie werd. En toen president Bush werd afgezet wegens het grote schandaal en Cheney wegens gezondheidsproblemen de strijd niet aandurfde, zocht men bij de republikeinen naar een sterke man.

Zijn secretaresse kruipt ook uit bed en fluistert hem zachtjes voor de spiegel in z'n oren: "Schwarzie, vergeet je het gesprekje met de vice-president, mevrouw Winfrey, niet?"

Jammer
door Vincent Wever


Goh, ze zijn eruit. De bonden en Balkenende hebben gepraat en gepolderd en zijn tot een akkoord gekomen. Dachten we dit jaar eindelijk weer eens een hete herfst te krijgen, worden we naar huis gestuurd met een koude bui. Een miezerig regenbuitje, dat wel. Jammer voor de plantsoendienst van Den Haag, die het Malieveld net opnieuw had ingezaaid met extra stevig gras, jammer ook voor de relatiegeschenkenbusiness die een stuk minder petjes, fluitjes en t-shirts kwijt kunnen.

Jammerder nog voor de rest van Nederland. Iedereen gaat er namelijk op achteruit. Nou ja, bijna iedereen. Het Nibud heeft alle cijfers van Zalm eens even uitgeplozen is erachter gekomen dat tweeverdieners met een leasebak er toch nog wat op vooruit gaan. Logisch, de BMW moet wel wekelijks gewassen blijven worden! Toch fijn dat zij nog wel op onze solidariteit mogen rekenen.

De acties zijn nu van de baan. Misschien maar goed ook, want de voorproefjes die gehouden zijn, voorspelden niet veel goeds voor de bonden. De langzaam-aan-actie rond Utrecht resulteerde in een van de rustigste ochtendspitsen van het jaar en de NS besloot zelf de stekker maar uit het treinverkeer te trekken, voordat de stakers het deden. Op zich verstandig, de NS heeft daar immers een onovertroffen ervaring in, maar aan de andere kant kan het niet Nederlandser. Jammer toch.

Tja, geen acties zonder mensen. Dan maar een akkoord sluiten wat het minste van de kwaden is. Geen loonsverhoging dus als je geen leasebakker bent. En dus krijg ik ook geen loonsverhoging van smoel.nl. Altijd jammer.

Stiltegebied
door Janske Mollen


Mijn mobiele leven was tot op heden in stilte en stilzwijgen gehuld. Ik verplaatste mij geruisloos - voor zover mogelijk in een Seat Marbella - van punt A naar B, mijn gedachten de vrije loop latend. Denkend aan mijn toekomst, verleden en heden (in willekeurige volgorde) en mijmerend over de dingen die ik had gezegd, ging zeggen of had moeten zeggen. Ik had mijn eigen stiltegebied in een wereld waar geluid overal aanwezig is.

In de auto kwam mijn geest tot rust. Liet ik de wereld en de beslommeringen van alledag nog eens aan mijn netvlies voorbij trekken. Keek ik beschouwend terug op de gedane zaken. Hele gesprekken voerde ik met mezelf, denkbeeldige vriendjes en vriendinnetjes en de mij voorbijrazende vertegenwoordigers en andere weggebruikers. Ik had gesprekken in het Duits, Engels en Frans, al naar gelang er buitenlands verkeer in zicht was.

In mijn koekblik was de wereld vredig, deed geen toeterende bumperklever mij trillen van woede en kon geen bejaarde slak mij nog irriteren. Files waren uitstel van executie.

Sinds vandaag is het gedaan met de rust.

Geen rust meer in de auto, geen rust meer in mijn hoofd. Geen plaats meer voor langzaam wakker worden of gedachten die een sprongetje maken van mijn linker- naar mijn rechterhersenhelft. Het worden rumoerige uurtjes vol oeverloos gezwam, storende factoren als ADHD-ende presentatoren en krijsende gitaren of kindsterretjes in een eindeloze tuut in mijn oren.

Ik heb nu ook een autoradio. Mét uitknop. Dat dan weer wel.

Zieke eenden
door Vincent Wever


De maatschappij verhardt. Niet alleen onder ons mensen, maar ook onder eenden. De Ig Nobelprijs voor meest zinloze onderzoek in de categorie biologie is namelijk gegaan naar een onderzoeker die getuige was van een verschrikkelijk drama. Hij zag hoe een mannetjeseend (ook wel woerd genoemd) zich vergiste in de hardheid van de gevel van het natuurmuseum in Rotterdam. Of hij zijn moeder daar opgezet zag staan of dat het een zelfmoordactie was van dierenterroristen weet ik niet, maar het beest overleefde het niet.

Tot zover weinig aan de hand. Gebeurt wel vaker. Maar opeens kwam daar uit het niets een collega-woerd die zich begon te vergrijpen aan het lichaam van zijn zojuist overleden makker! En waarschijnlijk heeft ie het niet bij een keer gehouden, want pas na 75 minuten hield hij het voor gezien. Nu weet ik weinig van het paringsgedrag van eenden, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat ze aan voorspel doen, laat staan als een van de partners dood is.

Stel dat het zelfde in de mensenwereld was gebeurd. Een jongeman in de bloei van zijn leven rijdt zich te pletter tegen een muur. We hebben nu wel even de beschikking over een auto, want de mens heeft helaas niet gauw de biologische eigenschap om zonder hulpmiddelen een dodelijke snelheid te bereiken. Afijn, de man is dus dood. Maar dan komt er vervolgens een andere jongeman in de bloei van zijn leven aan die geen eerste hulp probeert te verlenen of desnoods een uitvaartdienst belt, maar het dodelijke slachtoffer maar eens goed van achteren neemt! En pas na 75 minuten besluit iemand anders de dader maar op andere gedachten proberen te brengen.

De maatschappij zou er schande van spreken. Stille tochten worden gehouden, Kamervragen gesteld. De minister van Justitie belooft necrofielen in het vervolg harder aan te pakken. De getuigen die niets deden worden publiekelijk aan de schandpaal genageld, want dit nooit weer!

Maar nee, zelfs een herdenkingsdienst kan er voor een dode eend niet af. Ook zijn medeëenden houden geen stille tocht of een wake en, nog erger, de dader wordt niet vervolgd, maar kan met zijn zieke geest verder op zoek naar andere dode woerden. Dus mocht je een levenloze eend in een innige omhelzing met het asfalt aantreffen, terwijl hij aangerand word door zijn collega, grijp die gevaarlijke gek! Want als je een Ig Nobelprijs geeft aan een getuige die 75 minuten lang stond te kijken en niets deed, geven we dan ook een gouden terrasstoel voor Dirk van den Broek-medewerkers of een zilveren zeiljacht voor Mabel Wisse-Smit?

Rook!
door Wilbert Pot


Het is vroeg in de ochtend. Ik fiets als een razende jakhals door een zware regenbui naar het station. Na mijn fiets onhandig in een rek te hebben gegooid, ren ik het perron op. Gelukkig de trein staat er nog. Het fluitsignaal klinkt en de deuren sluiten net achter mij.

Mijn ogen dwalen door de trein, op zoek naar een zitplaats op bij te komen van mijn fietsavontuur. Een mooie, groene zitplaats lacht in een van de coupés mij tegemoet. Ik neem plaats en na 5 minuten valt mij een onaangename geur op: Rook! Mijn nog slapende brein associeert rook met vuur. Steken de rebellen van FNV bondgenoten nu ook al treinen in de brand?

Ik speur in mijn omgeving en ik zie een vrij forse vrouw aan haar sigaret lurken met een gezicht alsof ze niet alleen door haar rookwaar bevredigd wordt. Ik zit in de rookcoupé! De rest van het verslaafde volk wordt aangestoken door het gekreun van de vrouw en het geluid van beginnend genot overstemt zo wat de cadans van de trein. Onderzoekend kijk ik in de aangrenzende coupés, waar drommen mensen angstvallig kijken naar het rookhol. De enige rookcoupé in deze trein. Ik twijfel of ik mijn zitplek wil opgeven voor een frisse leefomgeving.

Ik besluit te blijven zitten en de wagon komt blauw te staan. De vrouw bereikt bijna haar climax en de rookorgie is bijna tot een absoluut hoogtepunt gekomen, zich uitend in een dikke, witte rookwolk. Net voordat mijn adem wordt afgesneden, sping ik vanuit stilstand op de plaats van bestemming de trein uit, de frisse kille ochtenddauw tegemoet: zuurstof! Snakkend naar adem, heb ik een enorm gevoel van medelijden. Want wat gebeurt er met onze rokende treingenoten als de treinen definitief rookvrij worden?

Sprookjesheld
door Janske Mollen


Het leven lijkt ongekende mogelijkheden te bieden. Amerika – de Verenigde Staten bedoel ik natuurlijk – is de belichaming daarvan. Dat vinden Amerikanen vooral zelf. Maar ik ben nog niet helemaal overtuigd.

Een voormalige Oostenrijker met geilgrage handjes, uitermate opgepompte spierbundels en een vergeten vermeende sympathie voor Hitler schopte het al tot filmster in miljoenenproducties vol nagebootste krachtpatserij en nu zelfs tot gouverneur van Californië.

Met oneliners als ‘I’ll be back’ en ‘We’ll terminate Gray Davis’, wist de filmster het Amerikaanse publiek voor zich te winnen. Het moet wel erg slecht gaan in die Amerikaanse staat, als de inwoners als enige oplossing Schwarzie zien.

Het zou ook hebben kunnen liggen aan de overige kandidaten. Een voormalige pornoster (die het tijdens een ‘exclusief’ interview met onze Max vertikte om haar zonnebril af te zetten) en de zittende gouverneur die het begrotingstekort steeds verder liet oplopen.

Schwarzie had het zwaar tijdens de campagne. Zo’n vijftien vrouwen beweerden dat de acteur hen in het verleden ongewenst had betast. ‘Een gouverneur moet van onbesproken gedrag zijn’, klonk het van alle kanten. Amerikanen roepen dat vaker. Dat komt vast door dat ideaalbeeld uit de Disneyfilms.

Natuurlijk is het voor Schwarzie een sprookje dat werkelijkheid wordt. De held wordt vereerd en krijgt naast het vertrouwen van de kiezer ook het pluche van de macht toebedeeld. Maar zoals iedere volwassene weet: sprookjes bestaan niet en actiehelden hebben een andere reden om te strijden. Namelijk voor rechtvaardigheid en in vroeger tijden voor land en koning.

Een actieheld van het witte doek is geen goede bestuurder omdat hij te allen tijde zijn imago moet handhaven en beschermen. Want als Schwarzie zijn status als held en dus zijn populariteit verliest, komt er nooit meer een tweede kans zoals in sprookjes en Hollywoodfilms.

Selectief zeiken
door Wilbert Pot


Wij Nederlanders zijn er zeer bedreven in. En wat is er per slot van rekening nu fijner dan de hele dag positief zijn. Juist: zeiken!

Ja, dan bedoel ik niet urineren hè, maar gewoon ongenuanceerd zeuren, mekkeren en zaniken. Het zit van nature al in onze genen. Baby's die hun zin niet krijgen of de aandacht willen trekken doen het namelijk ook. Ze huilen, jengelen en schreeuwen, bij gebrek aan vocabulaire. En als een mens in de loop der tijd geen positievere manier van aandacht trekken aanleert, dan wordt het een onderdeel van de persoonlijkheid en bezigen zij deze activiteit de rest van hun leven.

Ik ben van mening dat ik van nature een anti-zeiker ben, maar soms kan ik de verleiding niet weerstaan en dat is niet zo gek. 's Ochtends bij het ontwaken hoor ik al een schreeuwerige DJ op de radio zeuren bij wijze van humor. In de trein zit de coupe vol met zeikerige smoeltjes, met hier en daar een mekkerige auditieve ondersteuning in de vorm van gekreun en gemompel. Op het werk klagen klanten om de kleinste pietluttigheden en ga zo maar door.

En iedereen doet het. Zelfs de grootste positiviteitguru Emile R. In de media positief, maar privé schopt hij uit ergernis en razende woede z'n honden de deur uit. Dat krijgt je als je het opkropt. Trouwens z'n compagnon Jomanda heeft het van hogerhand doorgekregen: "Stop eens met dat gezeik!" Ze houdt nu een half jaar haar mond dicht en heelt alleen maar. God heeft het zo gewild.

Maar mekkeren tegen je geliefden, familieleden en vrienden is niet leuk en aardig. Ik voer daarom bij deze het selectief zeiken in. Ik mopper gestructureerd, reageer af. Dus ik zanik alleen tegen terpentijnpisserige beroepszeikers die toch niet meer te genezen zijn, tegen de buurvrouw of in mezelf als niemand in de buurt is. Daarbuiten ben ik de positieve enthousiasteling.

Stel nu dat iedereen vanaf morgen het selectief zeiken invoert: zou de wereld er dan niet veel mooier uitzien?

Linda punt
door Janske Mollen


Ze schrijft het zelf in haar voorwoord – dat dan meteen weer een editorial heet – van het allereerste maandblad met zichzelf op de cover, zoals het een heuse BN-icoon betaamt. Linda staat volgens haar ‘voor bruiloften, breipatronen en kruiswoordraadsels’. En voor De Mol. En nu dus voor een punt. “Een hippe punt.” Túúrlijk.

Ik weet niet hoe Linda punt in het dagelijks leven is. Maar als ik haar leven aan de hand van het eerste nummer van het naar haar genoemde maandblad moet begrijpen, dan is Linda punt een moeder die af en toe haar kinderen slaat, na de bevalling geen zin meer had in sex, wel geïnteresseerd was in asielzoekers, maar dan voornamelijk in beschrijvende zin en vooral heel erg gericht is op de frutsels en friemeltjes die een goedbetaalde carrièrevrouw zich kan veroorloven.

Maar vooral ademt Linda punt een sfeer van ons-kent-ons uit. Jan Mulder (als een soort Harvey Keitel), Daan Schuurmans, De Mannen Van Spangen, Viggo Waas en Peter Heerschop, Frédérique Huydts, Monique des Bouvrie, De Vrouwen Van Phileine, Jildou van der Bijl, Arjan Ederveen en natuurlijk Linda punt. “Kijk eens wie ik allemaal ken!” lijkt Linda punt te zeggen. Het eerste nummer kotst bijna de bekendheden uit. Teveel ineens, zeg maar.

Nog nooit zag ik een glossy zo boordevol met nietszeggende hebbedingetjes op glanzend papier waar meer luxe vanaf straalt dan alle thuiszittende, hunkerende huisvrouwen zich ooit zullen kunnen veroorloven. De enige diepgang die ik vond, waren de geportretteerde asielzoekers en het verhaal van Monique des Bouvrie die tegenwoordig naast vrouw van ook Non-Hodgkin-patiënt is.

Een oude schoolvriendin van mij heet ook Linda – zonder punt – en hoewel ze er niet zwaar onder gebukt ging, vond ze de associaties met het zwijmelzoete liedje en haar iets beroemdere naamgenoot toch erg irritant. Ik kan me voorstellen dat ze na het verschijnen van Linda punt voor een naamwijziging gaat. En er dan geen punt achterzet, maar een streep onder trekt.

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.