Columns van Smoel.nl

De fuck, fuck, fuchsia

Door Wim Schluter

Juli, lopend op augustus. Het Buitenseizoen. Evenals vorige jaren doe ik verwoede pogingen om bij mijn buren het imago van tuinspecialist te krijgen. Het plaatselijke tuincentrum heeft een goeie klant aan me; met de regelmaat van de klok gooi ik daar deze dagen het karretje vol met de meest exotische planten. Om ze vervolgens in mijn postzegel-tuintje binnen drie dagen te zien composteren tussen de tuinkabouters. Regen of zon, mest of alleen water; het maakt allemaal niet uit. Kapot gaat het.

Het enige succesje dat ik tot dusver heb geboekt, is een hangende fuchsia. Gekocht op Koninginnedag, opgehangen op de Dag van de Arbeid, voor het eerst water gegeven op Bevrijdingsdag. Een feestelijke plant dus. Al gauw begon’ie de eerste knopjes te vertonen, en kort daarop stond één van die knopjes zowaar in bloei. En inmiddels zijn er meerdere knopjes, meerdere bloempjes en -never change a winning garden- meer fuchsia’s. Hangend dan wel staand; fuchsia’s vullen het uitzicht. De buurt organiseert bewonderende rondleidingen met familie en vrienden, terwijl ik gloeiend van trots achter de ramen sta toe te kijken.

De warmte van de afgelopen weken noodde mij ertoe maatregelen te nemen; eerder dan bedoeld vielen de dode fuchsia-knoppen op de grond en de blaadjes vertoonden het verlepte uiterlijk van een groupie van Robin van Persie. En dus kwam het er van; ik kocht een tuingieter -tot dusver ging het prima met een met water gevulde colafles- en leurde ik door de tuin, op weg naar de dorstigen. Nu zeulde ik met tien liter -natuurkundig gezien dus ook tien kilo soortelijk gewicht- door het tuintje. Gelijk de hommels doen in het zomers seizoen, ging ook Schluter van bloem tot bloem.

En zo kwam het plotseling in mij op dat ik hier niets meer of minder deed dan mij laten verleiden. De felle paarsrode kleuren van de fuchsia’s kwamen plotsklaps overeen met het rode pluche van een luxe bordeel-zoals ik die natuurlijk alleen ken van de televisie. Het lonken van de bloemetjes, het wuiven van de blaadjes, de lichtgeurende potgrond. Verdomd, ik kreeg een nieuw televisieformat in m’n schoot geworden; pimp my garden!

Band Aid

door Wim Schluter


Er is weer een bandje bij; het witte Make Poverty History-bandje. Een leuke slogan, die precies op een bandje past. Gelukkig maar; een slogan als Maak een einde aan armoede, geweld en alle enge ziektes die je je kunt voorstellen past zo moeilijk op een bandje om je pols. Dat wordt dan weer een key-cord. Maar na het gele Live Strong-bandje van de vorige zomer, lijkt het witte bandje hèt bandje te worden voor deze zomer.

Dat witte staat ook zo mooi op die zongebruinde armen die we deze zomer oplopen op terras en strand, en herinnert zo weer mooi aan die bruine velletjes waar die armoede heerst. Díe beweging deze zomer; met de hand waar je polsbandje tegen armoede aan zit naar de serveerster zwaaien om een nieuw rondje witbier te bestellen.

Prachtsymbool.

Een Hengelose discotheek borduurde voort op de rage van de bandjes en bedacht een uitgedokterd systeem dat het voor bezoekers mogelijk moet maken om in één oogopslag te zien waar iemand voor komt. Single maar niet op zoek, single en op zoek naar een one-night-stand, gebonden en monogaam, gebonden maar niet onwelwellig om buiten het potje te pissen, lesbisch, homosexueel; alle sexuele voorkeuren en instellingen krijgen bij binnenkomst een eigen kleur armbandje.

Benieuwd om te zien hoe het er daar aan toe ging, ben ik eens gaan kijken bij die discotheek en spotte al bij binnenkomst een aan haar armbandjes te zien niet-gebonden, bisexueel meisje dat na een one-night stand een monogame en heterosexuele relatie in stand wilde houden met alle respect voor zinloos geweld. En ze was tegen kanker, gezien het gele bandje aan haar andere pols. Kortom; een droomvrouw.

Zelf droeg ik overigens in deze discotheek geen bandje; er moest iets te raden overblijven, vond ik zo. Dat leverde mij in dit Twentse uitgaansleven een stortvloed aan reacties op waar geen bandje aan kon tippen. "Woar kum'ie dan veur?"?

Moe van een nacht in een Hengelose discotheek toog ik naar huis, en werd bij terugkomst in mijn straat begroet door de hond van de buurvrouw. De bordercollie besprong mij als vanouds en toonde mij onderhand een grijs bandje dat onder haar vacht schemerde. "Tegen de vlooien", verklaarde de buurvrouw. "Het heerst hè".

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.