Columns van Smoel.nl

Vlamingen
door Vincent Wever


1830. God, wat een rampjaar moet dat geweest zijn! Hoewel we in Nederland lang hebben volgehouden dat het wat later was, was dat toch echt het jaar waarin de Vlamingen met hun Waalse vriendjes besloten dat ze onafhankelijk wilden zijn. En het is ze gelukt! Sindsdien moeten wij het enkel stellen met een bescheiden strook onder de grote rivieren, waar de bevolking veelal slechts één keer per jaar bereid is om een feestje te organiseren.

Nee, dan de Vlamingen; vrijwel elke gelegenheid grijpen ze aan om een fuif te bouwen. En kennelijk baart oefening kunst; de sfeer is er altijd goed en het bier vloeit er rijkelijk en divers. Als een Vlaming zat wordt, doet ‘ie dat namelijk met stijl. Je ziet dus op zelfs het meest afgelegen feest een soort of wat bieren, die vechten om een plekje op je smaakpapillen. Een avondje triples, geuzes en trapisten geeft toch een heel andere kijk op dronkenschap dan enkel pils.

Is het daardoor dat de Vlaming toch blijft functioneren temidden van al dat drankgebruik? Ik weet het niet, maar feit is wel dat het gebeurt. Sterker nog, van feest naar feest hoppend verslaat de Vlaming de ‘Ollander’ met het Groot Dictee, 10 voor Taal en zo nu en dan zelfs met voetbal! De Vlaming lacht meer, heeft een hogere tolerantiegrens en stelt fatsoenlijkere regeringen samen. En dit alles krijgen ze voor elkaar met 6 miljoen mensen minder dan wij Nederlanders.

Daarom, lieve Vlamingen, heb ik een klein, maar niet minder belangrijk, verzoek voor U: zouden jullie alsje-alsje-alsjeblieft weer bij ons terug willen komen? Desnoods nemen we de Walen er op de koop toe bij (hoewel ik heb begrepen dat jullie nu niet meer zoveel met ze op hebben)! Het is immers duidelijk dat we zonder jullie vervallen in oneindige zuurpruimerij en Balkellende. Een minister van Feest, zoals de Partij van de Toekomst ooit voorstelde, is er niet doorgekomen, dankzij het geringe succes van deze partij. Dat is ook niet nodig. Het echte antwoord op onze ellende ligt immers veel verder onder de Moerdijk dan nu.

Werk
door Wilbert Pot


Vorige week ben ik na een periode reizen, lamballen en freelancen, maar weer eens stevig aan de slag gegaan qua werk. Een stevige functie als accountmanager met meer dan 40 werkuren in de week. Ritme, regelmaat en stress. En ik moet zeggen: “Het is heerlijk!” Hoewel ik wel weer even moet wennen aan de werkgerelateerde bijkomstigheden.

Met stip op nummer 1: de file. Vandaag op de heenweg hield op de A4 een loslopende koe op de snelweg mij en mijn filegenoten een tijd vast, terwijl ’s avonds op de weg terug naar huis op de A12 een vrachtwagen met graan omgekieperd was, met als gevolg 11 km file. Twee uur later dan bedoeld arriveer ik bij mijn nederige stulpje, waarna ik snel op de fiets spring om nog op tijd wat noodzakelijke boodschappen te doen.

Op een gegeven moment zie ik iets fladderen voor mijn gezicht. Mijn eerste benauwende gedachten gaan uit naar zo’n vervelende asociale duif die al rijdend tussen de spaken van je fiets probeert te kruipen. Strijdlustig als die dakhazen zijn, had ik de stellige indruk dat dit grijze exemplaar zijn tactiek veranderd had en mij direct in het aangezicht probeerde aan te vallen. Dus in een instinctieve panische reactie probeer ik het beest weg te slaan. Was het mijn stropdas die omhooggefladderd was door de hoge fietssnelheid en de opwaaiende wind. Ach, laten we zeggen dat een eerste werkweek enige invloed heeft op de perceptie.

De volgende dag, probeer ik het openbaar vervoer. Ik koop een kaartje en nam plaats in de gele slurf. Vijfenveertig minuten later was ik op de plaats van bestemming! Oké, ik had een kilo bacillen verzameld van mijn proestende en hoestende buurman tegenover me en ik rook nog steeds de zweetgeur van de schyzofrene persoonlijkheid naast mij, die een telefoongesprek leek te voeren maar geen headset droeg en de uitstraling had alsof hij niet eens een telefoon met draaischijf kon bedienen.

Ik loop over het perron naar de stationshal, maar mijn aandacht wordt getrokken door een hoop kabaal achter mij: “Hallo, meneer!” Naast, voor en achter mij lopen zo’n 30 meneren dus ik voel me niet aangesproken: “Joehoe, maestro!” Enigszins geïrriteerd kijk ik om en er komt een oude man op mij af. “Weet u misschien wanneer de trein naar Utrecht gaat?” Ik kwam net uit Utrecht en boven het perron hingen de welbekende borden met: “Utrecht CS, 08:38 uur” Sociaal als ik ben vertel ik ‘m de tijd, waarop hij antwoord: “Vriendelijk dank voor de goede service. De NS heeft een goede werknemer aan u!”

En dan opeens weet je het… je wordt conducteur!

Positiviteit
door Janske Mollen


Ik heb het zo slecht nog niet. Mijn ouders zijn best okay en nog steeds gelukkig getrouwd, dus het enige trauma uit mijn jeugd gaat over mijn te vroeg overleden konijn. Ik ben redelijk gezond, hoewel de flexibiliteit en veerkracht van mijn rug deze week wat te wensen overlaat. Maar ik kan nog lopen, mijn armen maken de bewegingen die ik wil dat ze maken en ook praten gaat me goed af.

In principe heb ik genoeg vrienden. Ik zie ze weliswaar minder dan dat ik zou willen, maar ze bestaan ergens en zeggen ook aan mij te denken. Ik heb een dak boven mijn hoofd en genoeg te eten. Dat is me ook aan te zien, maar ik klaag niet. Ik mag zeggen en schrijven wat ik wil, zonder dat ik ervoor in een gevangenis of martelkamer zal belanden. Ik kan mijn leven naar mijn eigen keuze inrichten en zelf beslissen of ik naar een voetbalwedstrijd of toch liever naar Sex and the City kijk. Ik mag en kan stemmen op wie ik wil en heb zo invloed op de beslissingen die in dit land worden genomen.

De kleding die ik draag is geen afdankertje van een oudere broer of zus en zelfs vaak nog redelijk modieus. Ik kan naar een tandarts als ik tandpijn heb, de dokter kan ik gewoon bezoeken bij klachten of vragen en hij kijkt me niet meewarig aan. De supermarkten zijn betaalbare winkelparadijsjes waar ik alles kan kopen wat mijn hartje begeert.

Ik heb mijn HBO-opleiding succesvol afgerond en de banen liggen voor het oprapen. De economie in dit land floreert dusdanig dat ik ‘s nachts niet lig te piekeren en over twee maanden – het moment dat mijn contract niet wordt verlengd – heb ik meteen weer een nieuwe baan.

En voor wie denkt dat mijn positiviteit de naïviteit ten top is, kan ik geruststellen: het valt verdomde tegen om alles rooskleurig te blijven zien na Doomday-dinsdag, een ontslagtelefoontje en door mijn huidige rugklachten.

Een laatste poging: “Ik kan en doe alles (BIJNA alles, heren, bijna alles) en zal niet rusten totdat heel medialand weet dat ik DE vrouw voor DE baan ben!”

P.S. Ik neem genoegen met een CAO-salaris en een jaarcontract.

Sex drive
door Vincent Wever


Ik schrok mij vandaag kapot toen ik mijn e-mailbox opende. Ik had mail van cwxmz. Die wist mij het volgende te vertellen: “Hello Vincent, Your penis isn’t big enough” Nou, cwxmz wist wel met de deur in huis te vallen! Volgens cwxmz, tot nu nog steeds een volslagen onbekende, was er nog veel meer aan de hand! “You lost your sex drive. You are depressed.” Het zweet brak me nu echt uit. Ik moest iets doen! Gelukkig gaf de onbekende afzender me direct een oplossing: “It will only be 2 WEEKS! And you WILL gain inches... Become a Super Lover Today!” Bijna was ik zover dat ik in wanhoop wilde klikken, maar gelukkig kwam er net een restje gezond verstand bovendrijven.

Ik begon me af te vragen hoe een of andere Rus of dyslect (wie kiest anders zo’n naam?) dit dacht te weten. Wanneer was ik zo zat geweest om dat hem of haar te vertellen of, erger nog, dit ook te bewijzen? Ik kon me het niet herinneren. Wie weet was dat juist het probleem, maar vooralsnog ging ik daar niet van uit. Maar buiten dit alles, de feiten klopten ook niet. Zonder er over uit te wijden, ik ben best tevreden over de grootte van mijn geslachtsdeel. Over mijn sex drive hoor je mij ook niet klagen en depressiviteit is mij eveneens onbekend. Toegegeven, verder is er waarschijnlijk een hoop mis, maar hier herkende ik me niet in. Doorklikken heb ik dan ook niet gedaan.

Dit hierboven was misschien gebeurd als het het enige mailtje van dit type was dat ik kreeg. Helaas, de score van vandaag was 95 berichten met onderwerpen uiteenlopend van “No Health or Dental? No Problem!” tot “10 pics of busty amateur babes with dildos”. Verder kon ik nog o.a. FBI files inkijken, afvallen met krabolie, Turkse vermogens beheren en natuurlijk lenen. Veel lenen. Mochten ze allemaal waar zijn, dan zou ik nu een lul hebben die meters telde, terwijl mijn gewicht op ongeveer 2 kilo zou zitten. Ik zou multimiljardair zijn, alles weten over iedereen (leuk, Bush' criminele geschiedenis!) en de heftigste porno overal gratis vandaan kunnen halen!

Jammer dat de waarheid anders is. Cwxmz is een willekeurige toetsencombinatie, net als de meeste van die andere 94 afzenders die mij probeerden te verblijden met de meest fantastische boodschappen. Geld is de enige motivatie om mij en een heleboel anderen een bericht te sturen. Ondertussen wordt het internet vervuild door een kleine groep mensen, die het geen ruk kan schelen of ze nu 10 of 10 miljoen mensen hun nutteloze boodschap versturen. Als er twee reageren hebben ze de kosten er wel weer uit. En ondertussen zitten 9.999.998 mensen zich dood te ergeren aan die kutspam!

Geurmaffia
door Wilbert Pot


Ik liep laatst door een groot warenhuis beginnend met de letter B. Een ondefinieerbare geur vloog mij bij binnenkomst al tegemoet en bleef gedurende mijn verblijf hangen rond mijn forse reukorgaan. Daar zit een luchtje aan! Wat is de bedoeling?

Het antwoord op deze vraag is geurmarketing, het nieuwste kindje van de marketingpeople’tjes. Geuren werken namelijk meteen door op onze primitieve oerinstincten en de hormonen, aangezien de rationele fase wordt overgeslagen en het direct een signaal geeft in de trant van: vlucht, vecht, vrij, eet en in dit geval koop. Is het je ook wel eens opgevallen dat je bij de V&D op de broodjesafdeling de geur van versgebakken brood ruikt, terwijl er helemaal geen brood gebakken wordt? Dan ben je waarschijnlijk door een leger geurmarketeers bij de neus genomen.

Een zoektocht op het wereldwijde web, levert gelijk trendy woorden op zoals de ontwikkeling van een geurimago, het uitbouwen van de corporate geur en het bestaan van ‘geurhuizen’. Deze ondernemingen zijn gespecialiseerd in het creëren van een bedrijfsluchtje, door middel van geurbriefings en effectmetingen op geurproefpersonen om tot de juiste geurbeleving te komen, en hiermee het koopgedrag van de doelgroep te beïnvloeden. Dus wees gewaarschuwd voor de opkomende geurmaffia, die opereert onder het motto ‘geld stinkt niet’, en kijk verder dan je neus lang is als je weer iets wilt aanschaffen dat je eigenlijk niet wilt hebben.

Tegelijkertijd roept dit bij mij ook weer heel veel vragen op. Welke geur wordt er ontwikkeld voor een sanitairspecialist? Zal de verkoop van het straatnieuws stijgen als daklozen niet naar daklozen ruiken? Neemt de NS-klanttevredenheid toe als een reiziger op een trein moet wachten die te laat is en het op het station niet stinkt naar urine, maar naar bosviooltjes? Droeg Balkenende een lekker geurtje toen hij ging ontbijten bij George? Of rook Bush aan een nerveus zenuwwindje dat Jan Peter makkelijk beïnvloedbaar is?

Deze vragen schreeuwen om een antwoord. Ach, misschien moet ik gewoon maar niet mijn neus in andermans zaken steken…

Geldwolven
door Janske Mollen


We hoorden deze week al van Moberg en leerden de afgelopen maanden meer van dat soort geldwolven kennen. Sinds gisteren ken ik er nog een aantal: Dagobert Duck en Govert Goudglans en de Zware Jongens. Nee, niet die stripfiguren uit de Donald Duck-reeks. We hebben het hier over de bobo’s uit het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle.

Volgens studie-adviseur Jan Leeferink van de Zwolse opleiding Journalistiek hebben de hoge heren (en dames) zichzelf een bonus van 18.000 euro toegekend bovenop een riant salaris ‘wegens een verhoogd afbreukrisico’. Dat meldde hij tenminste in het Radio 1-programma Halte 747 AM.

Achttienduizend euro. Da’s een schamele veertigduizend gulden. Daar lacht Moberg om. En dat niet eens. Voor zulk een luttel bedrag komt de Zweed zijn bed niet meer uit tegenwoordig. En als je lijdt aan een verhoogd afbreukrisico, moet je natuurlijk jezelf indekken. Want stel je voor dat het besmettelijk is! Stel dat je daardoor niet meer kunt beslissen welke opleiding van de hogeschool je nu weer gaat korten! Een ramp!

Nee, dan kun je jezelf en je positie beter veilig stellen met een nauwelijks opvallend bonusje. ‘t Is alleen jammer dat die Leeferink zijn mond niet kon houden. Dat heeft ie overgehouden uit de roerige jaren zeventig. Toen hard schreeuwen ‘in’ was en Das Kapital kut. Proleet. Wat weet zo iemand nu van financiën?

Maar nu zitten ze in de Ivoren Toren met les poires cuit au four. Want iedereen besteedt nu aandacht aan hun appeltje voor de dorst. En dan dat gezeur over die rijen studenten die geen Dalet-recorders kunnen lenen. In deze tijden moet iedereen het met wat minder doen, maar een hogeschool zonder een fatsoenlijk betaald bestuursorgaan is nog geen Titanic. Daarvoor heb je tenminste een behoorlijk Moberg… eh… ijsberg nodig.

Groene baret
door Vincent Wever


Goddank, ons landje is weer veilig! Het was even spannend, aangezien we tot afgelopen donderdag totaal zonder bescherming zaten. Welke vreemde mogendheid het ook maar wilde, kon zomaar ons landje binnenvallen! Immers, de commando’s zaten allemaal in spanning voor hún rechtszaak. En iedereen weet; de commando’s zijn zo onmisbaar dat zij alleen een groene baret mogen dragen. Daar ging het immers om; de groene baret. Sinds jaar en dag een exclusief recht voor de commando, die na een harde training dat ding verdiend had. En nu had opeens een of andere nichterige couturier uit Amsterdam bedacht dat Jan Soldaat ook maar zo’n ding moest gaan dragen!

Echt, Frans Molenaar had het vast niet zo bedoeld toen hij aan het tekenen sloeg voor een nieuw uniform van de landmacht. Een groene baret kleedde alleen zo leuk af. Als hij wist dat hij een paar honderd boze bikkels op zich af zou krijgen, had hij vast iets anders gekozen. Maar ja, zo naïef als Frans was, tekende hij bij de combinatie groene pantalon met dito colbert ook een groene baret.

Dat Frans’ nieuwe zandhaasgroene baret en de commandogroene baret alleen een probleem geeft voor kleurenblinden, maakt de bikkels van het Korps niets uit. Groen is groen en dus van hun. Klagen bij grote baas Kamp dus. Maar ja, ook al zou hij het willen terugdraaien, dan nog wordt het moeilijk. Hij heeft immers al een setje van die dingen besteld en sinds dat geintje wat JSF heet, zit hij wat krap bij kas. De commando’s hebben daar echter geen boodschap aan. Een JSF hoeft immers geen groene baret. Het enige wat er op zit voor de commando’s is dus een gang naar de rechter.

Een week lang hebben de bikkels zitten duimen op een goeie afloop. Helaas, de rechter oordeelde anders. Die was kennelijk ook niet kleurenblind en oordeelde dat de gewone zandhaas de nieuwe ‘fris groene’ baret mag dragen. De commando’s moeten in het vervolg maar genoegen nemen met enkel een wat leuker loonstrookje. En nu maar hopen dat ze niet in staking gaan, anders moeten we echt gaan vrezen voor ons landje….

Kruikzwieren
door Wilbert Pot


Ik werd door een kennis uit het oosten van het land uitgenodigd voor de Nationale Kampioenschappen Kruikzwieren. Aangezien ik het NK propjesschieten had gemist, wilde ik dit wel eens van dichtbij meemaken.

In het dorpje D. aangekomen waren de festiviteiten al in volle gang. Even ter informatie, het betreft hier wel de Oudhollandse rubberen kruik hè! Dus niet die stalen van vroeger, waar je als kind de grootste brandwonden opliep als er geen zelfgebreid 'sokje' omheen zat. "Nee, want als je eenmaal met metalen voorwerpen gaat zwieren, gooi je zo iemand een gat in z'n kop", aldus een ervaren zwierder.

Na de tentoonstelling van kruiken in verschillende vormen en maten en het kruikzwieren op muziek, was het begin daar: Noord Holland tegen Groningen. Eén van de deelnemers hanteerde wel een speciale zwiertechniek, namelijk de kruikzwierbackhand. Van de puntentelling begreep ik echter niets. Zo werden er punten gegeven voor de uitvoering van de zwier, de staat van de kruik, alsmede de werpafstand. Na een bloedstollende competitie kwam uiteindelijk Gelderland als grote winnaar uit de bus en deze provincie won de gouden kruik van het jaar 2003. SBS Hart van Nederland deed verslag van de uitreiking.

De enerverende dag werd afgesloten door een demonstratieteam. Zij hadden een nieuwe variant uitgevonden: het kruikzwierljeppen. Dus eerst met de polsstok over de sloot, om vervolgens de kruik zo snel mogelijk terug te slingeren over het water gevolgd door de kreet: "Jeppa Jeppa!". Op een gegeven moment werd er een vrijwilliger uit het publiek gevraagd en natuurlijk was ik weer de spreekwoordelijke Jan met de korte achternaam.

Na een korte instructie en de ondertekening van een 'op eigen risico'-formulier, stond ik daar met de kruik onder mijn arm en de polsstok gereed. Hoe kunnen ze dit nu van een typische Randstedeling verwachten. Ik nam een aanloop, ik voelde dat ik de polsstok verkeerd neerzette en de kruik gleed weg... En opeens werd ik badend in het zweet wakker.

God bless Balkenende
door Vincent Wever


Ik heb nog nooit zo tenenkrommend en schaterlachend tegelijk naar het nieuws gekeken. 'Onze' premier Balkenende en vriendje "Ik spreek wel Engels" De Hoop Scheffer mochten op ontbijtvisite bij papa Bush. Balkenende en Bush deden een wedstrijdje houterigheid en deden ook qua uitdrukkingloosheid van hun gezichten niet veel aan elkaar onder.

Twijfelend steekt Balkenende zijn hoofdje om de deur bij de Oval Office, maar gelukkig; Bush begroet Balkenende hartelijk en geeft hem een vriendelijk schouderklopje. Echte warmte, dat zie je zo. "Hello, friend!", roept Bush, die de naam Balkenende al wel weer vergeten zal zijn.

Zo zenuwachtig als Balkenende is, zo uitgelaten is De Hoop Scheffer. Eindelijk! Hij heeft zich na jaren weten los te rukken van de suffe provinciale CDA-ledenvergaderingen! Hij staat nu tussen de écht belangrijke mensen! Zelfs Cheney is er! Het machtsgeil druipt van zijn gezicht en z'n stamelende Engelse woordenstroom.

Ondertussen kan Balkenende nog steeds geen woord uitbrengen. Bush houdt een leuk maar verder inhoudloos praatje over het feit dat Balkenende een van de grote leiders van Europa is. Nu kan zelfs Balkenende zijn lachen bijna niet meer inhouden en wordt het tijd om de camera's te verwijderen. Lang hoeven de journalisten echter niet te wachten; na krap een uurtje staan onze premier en minister van BuZa weer buiten in de stromende regen. Je hoort Bush nog net niet op de achtergrond verzuchten dat die Denen zo'n vreemd taaltje hebben.

Deze scene typeert wat mij betreft de verhoudingen tussen Nederland en de VS en in zekere zin ook die van de hele wereld. Nederland loopt klakkeloos achter de VS aan. De VS zal het weinig kunnen schelen, 'cause they have the nuclear fuckin' weapons, maar geef je vriendjes een ontbijtje en wie weet komen ze nog eens van pas om een pas veroverd stukje woestijn te bewaken.

May God continue to bless America en laat de mensen alsjeblieft eens het verstand krijgen om de wereld evenwichtig in te richten.

Voltijdstudent
door Janske Mollen


Het is wat. Een student journalistiek doet zijn mond open over de inrichting van zijn studie die hem niet aanstaat en half medialand wordt wakker. Het mocht onderhand ook wel tijd worden. Dat iemand hard genoeg roept en dat hij dan ook gehoord wordt, bedoel ik. Want ja, natuurlijk klopt er geen ene moer van die opleiding journalistiek. Waarom niet?

De totale lesstof past in twee, maximaal drie collegejaren. Maar omdat het wordt uitgesmeerd over vier jaar, gaan studenten zich in het derde jaar en soms al in het tweede (of zelfs nog eerder) vervelen. En niet te zuinig ook. Want als je acht college-uren per week hebt, van laten we zeggen zes vakken, waarom heet het dan een voltijdopleiding?

In mijn eerste jaar had ik in één periode elf uur les. Dat werd uitgesmeerd over vier dagen, waardoor ik per dag ten hoogste drie uur op school hoefde te zijn. Maar daarvoor moest ik wel op kamers. Want dat eerste lesuur begon natuurlijk wel om half negen. En probeer vanuit het zuiden van Brabant dan maar eens op tijd op school te komen. Als ze die uren in twee dagen hadden gepropt had ik thuis kunnen blijven wonen en maar een nachtje in Zwolle hoeven overnachten. Dat had me vijf jaar huur gescheeld.

Wat missen we in de opleiding journalistiek? Voldoende praktijkonderwijs, adequate begeleiding en feedback. Want wat is het nut van een artikel schrijven, horen dat het niet voldoende is, maar het niet te hoeven herschrijven? Wat is het nut van een praktijkblok radio of televisie waar derdejaars studenten de tweedejaars wegwijs moeten maken en moeten bijsturen. En wie houdt nu wie voor de gek als alles wat je in die vier jaar leerde, niet voldoende blijkt te zijn op het moment dat je je productie inlevert?

Nu roept Luuk Ikink deze week op Smoel.nl ongeveer hetzelfde, alleen dan wel duidelijk hoorbaar. En ja, hij heeft gelijk. Want van een beroepsopleiding mag je toch tenminste verwachten dat je het beroep in al zijn facetten leert. Maar als je als vierdejaars student journalistiek bijvoorbeeld het verschil niet kent tussen een commissie- en een raadsvergadering, geen telefonische interviews durft af te nemen en van derden moet leren dat de echte journalistiek meer is dan alleen Radio1, NRC Handelsblad of het Parool, wat moet je dan nog met een opleiding journalistiek? Misschien moeten de media zelf weer overgaan tot scholing in de praktijk. De leerlingjournalisten van weleer hebben het vaak verder geschopt dan de meeste afgestudeerde HBO-journalisten onder ons.

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.