Columns van Smoel.nl

Ajax, het lieverdje van de KNVB
Door Roef

Sinds vorige week is de discussie over de aanpak van spreekkoren tijdens voetbalwedstrijden weer aangewakkerd. Tijdens ADO Den Haag – Ajax werden de aanvoerder van Ajax en zijn vriendin uitgescholden en toegezongen dat het een lieve lust was. De scheidsrechter dreigde zelfs even de wedstrijd stil te leggen als de gezangen niet ophielden. De trainer van Ajax, Ronald Koeman, draaide zijn club na de wedstrijd weer eens in een slachtofferrol en vroeg zich hardop af waarom er niets aan gedaan werd.

In de praatprogramma’s op radio en televisie wordt het onderwerp weer met gretige handen aangepakt. Ook B&W wijdde het programma aan de spreekkoren. Wat weer eens opviel was dat er bijna niet gesproken werd over de provocerende uitingen van de supporters van Ajax. Er werd bijna alleen gesproken over wat de ADO-supporters hadden gedaan. Zoals zo vaak werd voorbij gegaan aan het feit dat de spreekkoren tegen Ajax voor een groot deel (ik zeg niet helemaal, maar voor een groot deel) door de Ajax-supporters over zichzelf wordt uitgeroepen.

Zowel uit als thuis wordt aan de tegenstander goed duidelijk gemaakt dat de club en de supporters zich verheven voelen boven de rest van de clubs en supporters in Nederland.

Als FC Utrecht-supporter heb ik een aantal maal die provocerende houding meegemaakt. Tijdens de bekerfinale van het seizoen 2001-2002 stond Utrecht tot 30 seconden voor tijd op winst. Maar door een blunder van de grensrechter ging Ajax uiteindelijk met de beker naar huis.

De eerste wedstrijd van het volgende seizoen mochten wij naar Amsterdam, naar de ArenA. Bij binnenkomst lazen wij het spandoek “welkom in het huis van de bekerwinnaar 2001-2002”. Dit schoot veel supporters in het verkeerde keelgat. De wrok zat diep en op het moment dat Ajax 1-0 voor kwam sloeg de vlam in de pan. De liederen werden zoals zo vaak weer luidkeels uit ons vak gezongen. Dat is maar één voorbeeld.

Veel mensen wachten nog steeds op de afhandeling van de rellen die voor een andere ontmoeting tussen FC Utrecht en Ajax plaatsvonden. Daarbij sloeg de ME kleine kinderen en ouderen het stadion uit. De gemeente Amsterdam geeft nog steeds niet thuis.

Niet alleen Utrecht-supporters hebben het niet op met Ajax, veel meer clubs hebben het gehad met de arrogante houding van zowel club als supporters. De KNVB houdt in de meeste gevallen de club ook de hand boven het hoofd en deelt ongelijke straffen uit in gelijke situaties. Niet voor niets wordt de bond door veel mensen de KNJB genoemd.

Israëlische vlaggen sieren het stadion in Amsterdam en Joden wordt naar eigen zeggen als “geuzennaam” gebruikt. Maar zodra een andere supportersgroep het woord “Joden” in de mond neemt grijpt de KNJB in en wordt moord en brand geschreeuwd.

De Amsterdamse club mag dan misschien het exponent van Nederland zijn op voetbalgebied, dat betekend niet dat er niet kritisch gekeken mag worden naar het gedrag van haar supporters. Ik zeg niet dat de schuld niet bij de andere clubs ligt, alleen maar dat de schuld niet automatisch altijd bij die andere club ligt.

Tijd voor de KNVB om wakker te worden. Ik denk dat dat een groot deel van irritatie al op zal lossen en daarmee ook een deel van de spreekkoren.

Verwende vredesduiven koeren niet
Door Janske Mollen

We zijn eigenlijk maar een verwend volkje. Geboren en opgegroeid in een samenleving waar het ergste wat je kan overkomen een beperking van je uitgaansvrijheid is door een korting op je studiebeurs of uitkering. Dan is een vredesweekmanifestatie met bijbehorende ‘vredeswandeling’ gewoon te hoog gegrepen.

Want waarom zouden we lopen voor vrede? De laatste keer dat er hier een echte oorlog uitbrak – ik hou gemakshalve de aanslag op Fortuyn en de daaraan geplakte aanslag op de democratie even buiten beschouwing – is al weer ruim zestig jaar geleden. En daar waren we binnen vijf jaar vanaf. Velen van ons zelfs eerder omdat ze zich simpelweg neerlegden bij de ontstane situatie. We weten niet meer wat geen vrede is, wat oorlog, mensenrechtenschending en echte angst is.

De jarenlange discussie over de onderbuikgevoelens bij Nederlanders die zich niet meer veilig zouden voelen, vond ik dan ook redelijk overtrokken. Misschien is mijn verwende situatie daarop van toepassing. Ik woonde tenslotte jarenlang in een dorp en woon nu in een stad waarvan westerlingen nog steeds vinden dat het een ‘achterlijke en boerse’ cultuur betreft.

Maar eigenlijk is het schandalig natuurlijk. We zitten met ons allen op onze kont voor de tv of op een barkruk in een of ander etablissement. En waarderen we dat? Misschien wel. Maar dan in zo’n lakse mate dat we niet eens meer opstaan voor die rechten bij een minder fortuinlijk iemand. Een Vriend van me is ervan overtuigd dat zijn kat lid is van Al-Qaeda. Bij het ontwaken heeft mijn Vriend al vier keer de resten van een witte duif op kunnen ruimen.

Rechts aanhouden
door Vincent Wever

Een futiele aanleiding, maar een fenomenaal besluit: Geert Wilders is uit de VVD gestapt. Om zoiets lulligs als het al dan niet toetreden van Turkije tot onze gelukzalige Unie heeft Wilders besloten niet meer met het liberale clubje verder te willen. Dat ze pas over een paar maand beslissen of de Turken er überhaupt over mogen praten of ze wat in de Europese melkplas te brokken hebben, deed kennelijk even niet ter zake. De VVD; de partij die ik met liefde uitkots vanwege haar rechtsheid (mijn hartje klopt nu eenmaal heel politiek correct links), bleek voor Geert zelfs nog niet rechts genoeg.

Maakt niet uit, in een democratie heeft iedereen recht op z’n eigen afwijking en dus besluit Wilders zijn zetel te behouden en wil hij een nieuwe politieke beweging starten. Heel goed, hij snapt de regels van de Nieuwe Politiek. In de Nieuwe Politiek richt je geen partijen op, maar start je bewegingen. En verrek, zowel het NIPO als Maurice dichten hem reeds een hoop kamerzetels toe. Het lijkt wel alsof politiek succes tegenwoordig samenhangt met het gebrek aan een fatsoenlijke haardracht.

Mocht het Wilders wat te druk worden, dan heb ik nog wel een aantal suggesties voor potentiële kandidaten voor hem. Wat dacht je bijvoorbeeld van Roel Pieper? Die heeft ook wat ervaring met het verlaten van organisaties om een andere reden dan dat ‘ie zegt. En met dat nieuwe computertje van hem wat hij eerlijk gejat heeft, is een aanzienlijke geldstroom in de partijkas gegarandeerd. Of Michiel Smit. Sinds dat hij hielenlikkertje af is van Winny de Jong, omdat zij waarschijnlijk ergens heel diep is opgeborgen, loopt het niet zo lekker met zijn partijtje Nieuw Rechts. Maar ook hij begint al te steigeren bij de combinatie Turkije en EU, sterker nog, hij steigert bij alles waar ook maar een islamitisch reukje aan zit, dus zo’n iemand helpt je, net als cup-a-soup, de hele dag scherp en alert te blijven.

Als laatste zat ik nog te denken aan Will Schuurman. Wellicht zit zij ook al een tijdje in de banken der vergetenen, maar zij is de weduwe van Janmaat. Enthousiast deelde zij zijn rechtse ideeën en moest dat bekopen met een aanslag, waar zij verlamd raakte. Ik zag haar laatst weer op TV en ze maakte zowaar een zachtmoedige, bijna lieve indruk (maarja, dikke mensen zien er nu eenmaal snel lief uit). Hoe het ook zij, ze is gehandicapt, ze kan van Links een goeie zondebok maken en dat scoort altijd goed bij de ex-LPF-aanhang.

Kortom, alle potentie voor Wilders en zijn nieuwe beweging. Hij komt er wel. Eindelijk is Fortuyn-2 in opkomst! Ik wens hem veel succes. Dan heb ik als trouw lid van de Linkse kerk straks weer wat om echt te demoniseren!

De headset-beller
door Wouter Zaalberg, 2e jaars journalistiek

Zonnestralen van een nazomerse zon bruinen mijn gezicht als ik op de bus wacht. Het collegejaar is zojuist begonnen en de warme dagen lijken hun einde te naderen. Vermoeid door de laatste dagen en de warme temperatuur zak ik nog eens goed onderuit op het groen geverfde bankje. Tegenover mij staan een paar dieren in het gras. Er rijden weinig auto’s en de lucht is, nog steeds, helderblauw.

Mijn paradijselijke rust wordt verstoord door een meisje, die in zichzelf lijkt te praten. Ik open mijn ogen en constateer een kleine microfoon, verscholen achter bruine lokken haar. Ze is een headset-beller. Headset-bellers zijn mensen die ogenschijnlijk in zichzelf lopen te mompelen, maar eigenlijk (en geheel volgens de laatste trends) bellen via een microfoon en oordopje. Die via een snoertje zijn verbonden met de telefoon.

Het meisje passeerde mij luid schreeuwend in haar microfoon en ging naast de halte staan.

"Weetje, ik ga morgenavond al weg."
(…)
"Nee, niet naar Amsterdam, naar Frankfurt, een vriendin brengt mij dan weg, weetje."
(…)
"Nee, nee echt hoor, mijn moeder weet er niks van. Ik zeg dat ik nachtdienst heb, en dan ga ik snel naar het vliegtuig."


Ik weet niet of het een ziekte, een verslaving, of een hele normale karaktertrek is, maar ik luister graag naar mensen die telefoneren. En dan probeer ik het gesprek in te vullen, door te bedenken wat de persoon aan de andere kant van de lijn zegt. We stappen beide de bus in, en ik kom tegenover haar te zitten.

"Nee, ik moet echt effe vluchten weet je. Daarom mag mijn moeder van niks weten."
(…)
"Nee, echt ik heb er goed over nagedacht, maar ik wil echt niet meer."
(…)
"Ahmed weet ook van niks. Hij mag echt van niks weten hoor! Nee, hij denkt dat ik met een vriendin ga."


Ik frons mijn ogen. Vluchten? Ahmed? Stiekem? Ik luister gespitst mee. Jammer, nu luistert ze vooral. Mijn hersens werken intussen op volle toeren. Wat zou ze bedoelen? Ze wordt natuurlijk niet goed behandelt door haar vriendje, Achmed, en moet nu vluchten. Dat is natuurlijk zo’n player, zo’n loverboy die haar eerst gelokt heeft met dure cadeaus en haar nu in zijn macht heeft. Van die gevallen waarvoor kranten kolommen tekort komen om het leed te beschrijven. Waar NOVA ten minste iedere maand een reportage over heeft.

Mijn hersenspinsels stollen wanneer ze weer begint te praten en de bus mijn bestemming nadert. Ik sta enigszins triomfantelijk op, ik heb immers het telefoongesprek geraden, en loop naar de deur. Dan hoor ik haar zeggen:

"En mijn broertje, Ahmed dus, is nu logeren bij een vriendje van hem."

Binnensmonds vloekend stap ik uit. Ook ik ben dus niet immuun voor vooroordelen.

Nooit meer zwerven
Door Janske Mollen

Ik was jarenlang een zwerver. Tenminste, dat besef ik me nu. Nu ik eindelijk een vaste stek heb gevonden, begint het tot me door te dringen dat ik jarenlang heb gezworven. Weliswaar tussen plaatsen waar wel een dak boven zat en niet volkomen murw geslagen door het leven – want gewoon studerend of werkend –, maar dan nog.

Ik startte in een kamer in Tilburg tijdens mijn eerste studie journalistiek (járen geleden!), surfde terug naar Bergeijk toen die studie enigszins mislukte, vertrok naar Dalfsen voor een tweede studie journalistiek (en door gebrek aan kamers in het Zwolse) en gleed via Zwolle weer terug naar Bergeijk vanwege stages, afstuderen en een tijdelijke baan. Daar dacht ik even een stekkie gevonden te hebben, maar dat werd me ruw ontnomen, door twee meiden met paranoïde én schizofrene gedachten. Ik belandde weer bij mijn ouders en hield het daar ruim twee jaar vol. Eind vorig jaar was ik klaar met het leven dat ik toen daar leefde en ik vertrok weer naar Zwolle. Voor werk en een sociaal leven.

In een studentenkamer (wel midden in het uitgaanscentrum en voor een briljant bedrag!) zat ik stilletjes onder te huren. Toen de rechthebbende huurster terugkeerde, kon ik fijn schuilen in het appartement van een vriend die zijn eigen leven even verplaatst had naar het westen. En daar zit ik nu al zo’n tweeëneenhalve maand. Prima plekje, prima huis, maar ook daar moet ik eerdaags uit.

En tot mijn grote verbazing kreeg ik ineens een immense kamer aangeboden. Op een centrale plek, in een net huis en van bijna alle gemakken voorzien. Dus togen Vriendin en ik naar het walhalla onder de woonwarenhuizen en keerden terug met een teveel aan spullen (veertien lampen, twee kasten, gordijnen, rails, en rolgordijnen). “Want je begint nu gewoon echt opnieuw en dan moet je het ook goed doen”, overtuigde Vriendin me ondanks de kassabon. Het voelt ineens echt als settelen en hoewel me dat voorheen altijd benauwde, brengt het me nu rust. Want ik hoe nooit meer te zwerven om te leven, maar ik kan nog steeds leven om (tijdelijk) te zwerven.

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.