Columns van Smoel.nl

Printertje irritaties
door Wilbert Pot


Ik druk op de afdrukknop en ik hoor: “PIEP!” in plaats van het gebruikelijke geratel. Mijn printer en ik hebben al zo’n 5 jaar een haat-liefdeverhouding, waarbij de immense haat de boventoon voert. Bij de piep gingen mijn nekharen dus al overeind staan. Ook werd de piep nog even visueel ondersteund door een groen knipperend lampje. Groene lampjes zijn goed, dacht ik nog… maar knipperend? Een half uur lang heb ik zowel hardware- als softwarematig alle logische stappen doorlopen om de printer weer aan de praat te krijgen. Maar op een gegeven moment was het zo ver, dat ik een rood lampje kreeg, met drie harde piepjes.

Ja, als de logica geen oplossing meer biedt, gaat mijn filosofische brein werken om de grenzen van het universele denkvermogen af te tasten. Wat kan dit betekenen? Waarom bij mij? En op een gegeven moment was ik er achter. Heel simpel eigenlijk. Kwade geesten uit een parallelle dimensie willen mij uit balans brengen via de printer, aangezien zij weten dat dit apparaat mij tot het hoogste niveau van woede kan opvoeren. Goh, dat ik daar nooit eerder aan heb gedacht!

Gelukkig heb ik ooit eens de Celestijnse belofte gelezen, dus ik wist hoe ik deze onevenwichtige situatie moest oplossen. In een lotushouding nam ik plaats voor mijn computermeubilair, om mij vervolgens op te laden met goddelijke positieve energie. Deze probeerde ik vervolgens te visualiseren naar de printer toe, zodat het gedoe allemaal voorbij zou zijn. Ik ontwaakte uit mijn meditatieve toestand, gaf de printer nog even een liefelijke aai over zijn printerkopje en drukte vol verwachting de afdrukknop in. Rood lampje, PIEP, PIEP, PIEP!!! Ik begon terug te piepen: ‘’PIEP, PIEP, PIEP!’’, waarbij ik er nog wel even bij wil zeggen dat in plaats van deze piepjes op dat moment grove scheldwoorden te horen waren, maar deze heb ik op Jerry Springerwijze proberen te verbloemen in deze column.

Natuurlijk heb ik om deze toekomstige situatie te voorkomen de printer ritueel verwijderd uit mijn leefomgeving. Ik heb in de ‘tuin’ een grindtegel opgetild, een kuil gegraven en de printer daarin begraven, vervolgens de grindtegel weer teruggeplaatst en elke ochtend leg ik nu een vers bosje bloemen neer om z’n bewezen diensten te eren. Maar ’s avonds als niemand het ziet en ik weer eens niet kan slapen, sluip ik naar buiten, naar de desbetreffende grindtegel en pis ik op z’n graf! Ha ha, eindelijk gerechtigheid…

De laatste week in Canada
door Ramon Stoppelenburg


Ik kon het toch niet lang uithouden onder de cowboys in Calgary. Dus sprong ik op de trein richting de Canadese Rocky Mountains, waar ik uitgenodigd was in het Jasper Nationaal Park. Dit park is een van de grootste beschermde parken in het land.

Als je daar woont ben je of werkzaam in het toerisme of in de transport. Mijn gastvrouw werkte echter op het kinderdagverblijf in Jasper. Terwijl de ouders de hele dag in de weer zijn met souvenirwinkels en toeristische tours, worden de kinderen netjes de hele dag bij kindercrèche gedumpt. Als ik de verhalen mag geloven, wil je daar niet werken!

Maar na een paar dagen genieten van de waanzinnige omgeving (meren, watervallen, grotten en héél veel bergen) was het tijd om weer op de trein te springen voor mijn laatste treintocht. Na 17 uur verwend te zijn in de trein kwam ik aan in Vancouver. Volgens veel mensen nog steeds de beste stad om in te wonen en te werken.

Na vijf maanden reizen was ik weer in de stad waar mijn reis begon. Ik had nooit gedacht dat het me ook echt zou lukken! Maar omdat het mijn laatste week was, ging ik liever nog even een stukje verder, naar Vancouver Island. Omdat ik iets heb met eilanden en natuurlijk omdat Pamela Anderson en Nelly Furtado daar vandaan komen. Dan moet het goed zijn!

Ik verbleef de laatste drie dagen van mijn complete Canada-tour bij de Canadese Anna en haar vriendje Ian in het pitoreske eilandstadje Victoria. Ik kon hier alvast wennen aan de Europese cultuur, heel veel gebouwen hier zijn (voor het eerst sinds lange tijd) ouder dan honderd jaar en er rijden echte dubbeldekkers uit Londen rond. Afgelopen vrijdag stapte ik op het vliegtuig terug naar Nederland, maar het ging niet makkelijk.

Een dag eerder had ik met Anna een wandeling gemaakt door de regenwouden en vonden we een fantastische waterval. We sprongen van metershoge rotsen, zwommen rond in het kolkende water en droogden in de warme zon.

Toen ik hieraan terugdacht in het vliegtuig, leek het een droom. Net als de rest van de afgelopen maanden. Nu is het afgelopen. Misschien word ik nu wakker.

Blanco scherm
door Janske Mollen


Er zijn van die dagen dat je overstroomt van ideeën. De column-titels schud je uit de mouw als ware het rijpe pruimen en je teksten kletteren met veel kabaal uit de pen of op het scherm. Die dagen hoor je mij niet klagen. Alles loopt lekker, een 'gouden pennetje' ligt in het verschiet en de productie vordert als nooit tevoren.

Zo niet deze week. Onderwerpen blijken niets voor te stellen, zo gauw ik er mijn tanden in heb gezet. Titels zijn te cliché en te dom voor woorden en niemand, maar dan ook niemand kan mij voldoende inspiratie geven. Schrijversblokkade. blanco papier of scherm en dito hersenactiviteit. Landerig struikel ik door het leven van alledag. "Zal ik…?" wegschuddend, "Of toch liever…?" verdringend, kijk ik zoekend om me heen.

Komkommers genoeg, het schijnt er de tijd voor te zijn. Maar komkommers zijn geen onderwerp, vind ik. En dus klooi ik verder, kreun, zucht en steun. Want waar vind ik een onderwerp? Zowel voor de krant als voor mijn columns.

De reservelijstjes zijn al nageplozen, de backup-columns 'verjaard' en de nieuwssites geven meer maagpijn dan bruikbare onderwerpen. Wil je me horen over 'onze jongens in Irak', de gasexplosie in Rotterdam, de falende peuteropvang of het geslonken ziekteverzuim in de zorgsector? Alsof je daarop zit te wachten. Nog meer meningen, nog meer gezochte nieuwtjes en nog meer van hetzelfde. Ramon's eerste dag in Zwolle? Te vermoeiend, heb ik ondervonden. De vier Zwolse studenten in een auto op weg naar zuidelijker oorden? Hun grote verhalen hoor je vanzelf wel.

Mij rest alleen mijn eigen niets. Geen spannende ontwikkelingen in het Helmondse of Eindhovense momenteel. Geen Brabants chauvinisme nu. En waarom zou ik ook de werkelijkheid ontkennen, verbloemen? Soms is het leven gewoon het leven. Zonder franjes of tamtam. Bruisen kan morgen ook nog.

Afkickverschijnselen
door Wilbert Pot


Ramon, wie kent hem niet, komt dit weekend weer terug van z’n reis door Canada.
Hoogstwaarschijnlijk krijgt hij ook te maken met de afkickverschijnselen van het vrije reisleven. Ik kan er inmiddels over meepraten, want ik heb dit jaar de reis van mijn leven gemaakt. Na een hevige studie, 3 jaar overwerken en ander geploeter, was ik het zat en heb ik letterlijk alles opgegeven om de sluimerende droom van de ‘grote verre reis’ na te jagen. Ik heb een fantastische tijd gehad, de ultieme vrijheid gekend en veel mensen ontmoet. Het lot heeft de koers bepaald, aangezien ik op de meeste dagen van de trip niet wist waar ik ’s avonds zou slapen en waar ik de volgende dag heen zou gaan. Ik kan het iedereen aanraden.

Maar ja, dan arriveer je na een half jaar weer op Schiphol. Familieleden kijken je raar aan, omdat op je hoofd een raar lang kapsel prijkt, je een raar kettinkje om hebt, op jezus-sportslippers loopt en totaal van het Nederlandse padje af bent geraakt. Vanaf de luchthaven kom je na 5 km in de file terecht, zet je de radio aan en hoor je de inspirerende leider des volks J.P. Balkenende in het nieuws mummelen, gevolgd door de partyhit ‘als je nu niet springt ben je een homofiel’ en liedjes van onbekende artiesten als Jamai en Jim.

De volgende ochtend wordt je wakker door geluiden der natuur: vogels en schaapjes. Maar dan blijkt niet dat je in een zorgeloze New Zealandse Teletubbieweide slaapt, maar dat je buurvrouw weer de achterstandsbuurt wakker maakt om 7 uur, omdat ze de restanten van haar ontbijt op het keukendak heeft gegooid en door deze actie luid schreeuwende meeuwen aantrekt. Bij een blik uit het raam, kom je tot de schokkende ontdekking dat op het plaatsje van de nieuwe buurman Joesef een schaapje leeft.

Er ontstaan botsingen met je sociale omgeving omdat je niet om 9 uur op een afspraak komt, maar rond 9 uur. Waarbij de definitie van rond erg ruim is. Mensen kijken je raar aan omdat je uit de pan eet en aan je sokken ruikt of je ze nog een dagje aan kan. Je droomt weg bij de vakantiefoto’s, schreeuwt hard mee op muziek en je danst. Terwijl ik daarvoor een stoere-aan-de-bar-met-een-biertje-hangende-anti-beweger was. Maar langzamerhand pas je je qua uiterlijk en gedrag weer aan, hou je op met vervangend ‘backpacken’, krijg je langzamerhand de verplichtingen terug en probeer je de ‘luchtkastelen’ weer op te bouwen die je daarvoor keihard hebt laten instorten.

Ondertussen ligt het plan voor mijn volgende verre reis al klaar, maar ja eerst weer eens wat geld verdienen, vast werk en fatsoenlijke woonruimte zoeken. Het is moeilijk in deze tijd van economische malaise. En wie weet komt die volgende reis er wel helemaal niet, je weet tenslotte nooit wat er gebeurd. Ach, ik moet niet zo zeuren. Ik heb een mooie tijd achter de rug: no worries!

Ramon, heel veel succes bij je thuiskomst, de herintegratie in de Nederlandsche samenleving en het afkicken van de ‘reisverschijnselen’.

Terug Naar Huis
door Janske Mollen


De Vrouw zat een beetje slaperig achter het stuur. Haar ogen dreigden om beurten dicht te vallen. De lauwe wind die door het geopende autoraampje naar binnen sloeg werkte niet mee aan een oppepper en de door de zon verwarmde aanmaaklimonade was alleen goed om de droge sigaretnasmaak weg te spoelen. De Vrouw baalde ervan dat ze nog steeds geen autoradio had gekocht. In plaats daarvan had ze haar geld aan drank, kleding en (te) dure etentjes uitgegeven. De weg Naar Huis leek vandaag veel langer dan anders. Het bleef 210 kilometer, maar de lome cadans van de wegplaten en de felle, warme zon maakten het er niet beter op. Ze droomde weg.

Terug Naar Zwolle. Waar ze twee weken ‘op vakantie’ was geweest. Iedereen die het hoorde had moeten lachen. Wie gaat er nu op vakantie naar Zwolle? De Vrouw moest zelf ook wel lachen om haar actie, maar kon na twee weken concluderen dat haar vakantie alles in zich had wat een dure vliegvakantie ook had. Op de taalproblemen en opdringerige t-shirt en andere prullaria-verkopers na dan.

Ze was veel op stap en uit eten geweest. De Vrouw had veel gelachen, veel in de zon gezeten, gelegen en gehangen. Ze had cultuur gesnoven, foto’s gemaakt en was verbrand door de zon. Weertechnisch gezien had ze de juiste periode gekozen. Nou ja gekozen. Eigenlijk was ze gewoon gevraagd op de katten en het huis van een vriendin te letten. Een heel huis voor haar alleen. Waar de vrouw sliep, wakker werd en douchte. Waar ze de katten knuffelde, de goudvissen glazig aankeek na een avondje stappen en zinvolle nachtelijke gesprekken voerde op de bank. Sex, drie vakantieliefdes, veel oude en nieuwe vrienden en vooral veel relaxte dagen.

Terug Naar Zwolle. Binnenkort.

Komkommer
door Wilbert Pot


De Van Dale geeft aan: “Periode in de zomer waarin er weinig nieuws is.” Het is weer zover. We zitten er midden in: De komkommertijd!

Maar het hoe en waarom vermeldt het woordenboek niet. Komt het omdat het leger journalisten en medewerkers bij krant-, tv-, radio- en internetredacties massaal op vakantie zijn en bij gebrek aan beter stagiaires op pad worden gestuurd om onbelangrijke nieuwsfeitjes te verslaan? Zoals de burenruzie in Tietjerkstradeel of een grondig onderzoek naar het zorgwekkend percentage kapotte achterlichten op tweewielers. De ‘nieuwsklant’ is toch op vakantie, dus waarom zouden we ons zorgen maken? Of heeft iedereen op het immense wereldtoneel ineens vrij? Geen honger, geen geweld, de terroristen zitten op de camping, Sadam Hoessein houdt een BBQ met de stoere verhalen van Al Sahaf ter vermaak. Hè hè, even rust.

Na enig onderzoek in de agrarische sector blijkt dat vroeger, in de tijd dat er geen broeikassen waren en de wereldhandel nog geen hoogtij vierde, in deze periode van het jaar de komkommers rijp waren voor de oogst. De maanden juli en augustus waren dus komkommertijd. Maar nu zijn komkommers het hele jaar te verkrijgen. Getuige mijn buurvrouw die elke maandagochtend met een tas vol verse komkommers uit de Albert Heijn wandelt. En waarom is de regionale oogst van komkommers gekoppeld aan een vermindering van creativiteit en vindingrijkheid op mediagebied en belangrijke gebeurtenissen in het algemeen? Is er een biologisch causaal verband tussen komkommers en de hersenactiviteit van de wereldburger?

Maar goed, deze nietszeggende column over komkommers is het grote bewijs dat de komkommertijd ook invloed heeft op mij. Waar moet je over schrijven in komkommertijd? Ach geen nieuws is goed nieuws zullen we maar zeggen…

Tegenstrijdig Canada
door Ramon Stoppelenburg


Met een gratis treinkaartje van de Canadese treinmaatschappij reis ik terug van het oosten van het land naar het westen. Vorige week reisde ik van het centrale stadje Winnipeg door het groene en onverwacht heuvelachtige prairielandschap van de provincie Saskatchewan om midden in de nacht aan te komen in Saskatoon, de grootste stad in deze provincie met bijna 300.000 inwoners.

Het Centraal Station van graanstad Saskatoon bevindt zich mijlenver buiten de stad. Ergens tussen de graanvelden heeft ooit een ingenieur bedacht dat dit de beste plek is om een treinstation te bouwen zo groot als een simpel basketbalveld. Ik werd begroet door de enige persoon die werkzaam is op dit station en hij bood me een gratis bakje koffie aan om wakker te blijven. Ik was weer stomverbaasd! Waar in Nederland word je tegenwoordig nog verwelkomd door de stationswachter die zojuist koffie heeft gezet voor alle aankomende passagiers?

Een week later kwam ik aan in Edmonton, provincie Alberta. In deze provincie is Calgary de grootste en meest boeiende stad. Daarom werd Edmonton maar tot hoofdstad van de provincie benoemd, anders komt daar echt niemand meer langs.

De grootste toeristische attractie in Edmonton bevindt zich mijlenver buiten de stad en is, jawel, het grootste winkelcentrumcomplex ter wereld, de West Edmonton Mall. Deze mall wordt wel zeven keer genoemd in het Guinness Book of World Records. Het is het grootste winkelcentrum (115 voetbalvelden), heeft de grootste parkeerplaats ter wereld (plaats voor 20.000 auto's), en 's werelds enige indoor bungyjumpmogelijkheid. Daarnaast bevat het een replica van Columbus' schip de Santa Monica op ware grootte in 's werelds enige overdekte meer (met heuse onderzeebootjes!), een attractiepark inclusief enorme achtbaan en zelfs een Waterpark met een aantal zwembaden met de langste glijbanen ter wereld. Je zou bijna vergeten dat je er ook nog kunt winkelen in een selectie van 800 winkels.

Het was overweldigend om rond te lopen in dit supercomplex. Maar ik miste wel die gratis koffie.

Met de trein naar Amsterdam
door Wilbert Pot


Aangezien ik een grondige hekel heb om met de auto door Amsterdam te rijden, dacht ik: “Ach, waarom pak ik niet de trein!”

Uit mijn studententijd, toen het reizen nog goedkoop was, wist ik nog dat het gebruikelijk is om de mensen die uit de trein komen er weer in te duwen. Maar omdat het een rustige donderdagochtend was en ik wat socialer ben geworden, wachtte ik rustig en nam plaats in een coupe. Het voordeel ten opzichte van een auto is dat er in de trein zomaar onverwacht een aangenaam persoon naast je kan komen zitten. En ja hoor, daar was ze: een leuke donkerharige frisse verschijning in de doelgroep, die vol enthousiasme een vriendin begroette die een paar banken achter mij zat en daar plaats nam.

Tegenover mij kwam een gepensioneerde oud vrouwtje zitten met een gezicht alsof ze haar laatste Dependslipje tegen overmatig urineverlies versnoept had. Ze zeulde een grote rieten tas met haar mee die zij demonstratief naast haar neerzette. In het ‘bankstel’ aan de andere kant van het gangpad zaten twee carrièrevrouwen van middelbare leeftijd. De één type ‘Mireille Bekooij’ en de ander ‘Greta Duisenberg’. Dat er zeker één van middelbare leeftijd was, zag ik aan het opvliegende knalrode hoofd dat zich om de 10 minuten bij haar manifesteerde. Als twee gillende hete aardappels in conversatie, werd de gehele coupe op de hoogte gebracht over scheidingen van vrinden, waarbij er in elke zin wel een engelse trendy woordencombinatie hoorbaar was, you know. Tussen de fabulous shoes gezien in Milaan en de avonturen van een absolutely te kek weekendje London, werd afgesproken dat zij samen naar het feestje van een andere succesvolle busy zakenvrouw Nina B. zouden gaan. Ik hoopte dat er iemand van de Jiskefetredactie de trein zou zitten, want deze twee dames konden zo de prestaties van de lullo’s en de heren van debiteuren, crediteuren qua humorwaarde glansrijk overtreffen.

Ik keek naar buiten genietend van het landschap dat aan mij voorbij trok en bescheurde mij intern om de conversatie van de twee dames. Totdat mijn aandacht werd verstoord door het oude vrouwtje tegenover mij, die mij aansprak: “Als je hem vervelend vindt, dan geef je ‘m maar een rotschop.” Tussen m’n benen zag ik een nat neusje snuffelen. De Jack Russel die zij in haar rieten tas had verstopt was op verkenningstocht.

Wat is het reizen in de trein toch…. uhm, anders.

Het land van de muggen
door Ramon Stoppelenburg


Zittend in een kano op zomaar een meer ergens in het midden van Canada genoot ik van de stilte. De hete zon straalde op mijn gezicht. Ik wist dat het genot niet lang kon duren en al snel sloeg ik de muggen van me af.

Het centrale gedeelte van Canada heeft volgens bekende gezegden maar twee seizoenen: winter en muggen. In de winter is het koud en als het niet koud is zijn er de muggen. En dan wil ik niet als een te grote vakantie-zeikerd overkomen, want hier zijn echte Muggen die een stukje van je meenemen!

Ik was laatst met iemand in gesprek en voelde dat ik gebeten werd. Jammer, dacht ik en praatte rustig verder. "Wat is er met je nek?" werd er opeens gevraagd. Langs mijn nek liep een dun straaltje bloed naar beneden. Gatverdamme! Gebeten en bestolen van een stukje huid. Geloof je me nu?

Het klonk daarom maar al te mooi toen mij aangeboden werd om lekker een middagje te gaan kanoën. Waarom niet dacht ik. Helemaal vergeten dat ik in het midden van dit prachtige blauwe meer ook dwars door een kolonie muggenlarven peddelde... Een mugje wordt geboren, vliegt door de lucht en wat is daar? Een heerlijk hapje Nederlander! Fantastisch voor die beesten, maar wat een kolerestreek is dat tegenover mij, een gast in hun mooie land. En niemand die een flesje antimuggen-dinges had meegenomen.

"Het wordt alleen maar erger, wacht maar tot je in Winnipeg bent", kreeg ik vervolgens te horen van mensen aan de kant die mij in de weer zagen met mijn peddels. En ik raakte van alles, behalve water.

Een vriendelijke Canadees vertelt me dat ik veel vitamine C moet verorberen, want als je daar te veel van hebt, zweet je het namelijk uit via je huid en dan vinden die muggen je opeens niet lekker meer, of je nu Nederlander bent of niet.

Ik zit inmiddels in de bus naar Winnipeg en ik heb een plastic tas met citroenen en sinaasappelen tussen mijn benen geklemd. Die zak is op als ik over zeven uur in Winnipeg aankom, dat is zeker. Maar eerst zoek ik nog wat pleisters, want ik schijn weer ergens te bloeden.

Wegvegeteren
door Janske Mollen


Een vriend van me vroeg me laatst vertwijfeld: “Maar wat doe je daar dan in dat Bergeijk? Daar zit je toch helemaal vast te roesten en burgerlijk te worden?”

Natuurlijk schoot ik meteen in de verdediging: “Welnee, omdat ik vanuit een (kleine) stad, naar een (nog veel kleiner) dorp ben verhuisd, roest ik nog niet vast! Ik werk, kom heus wel eens in een (ietwat grotere) stad en heb een dusdanige interesse in de wereld, dat je van vastroesten en wegvegeteren niet bepaald kunt spreken.”

Hij hield vol: “Maar waarom ga je niet reizen? Iets van de wereld zien? Je hebt je hele leven nog voor je en dan ga jij in Bergeijk zitten!?”

En toen had ie me beet. Nou ja, voor een paar weken dan. Ik heb er echt wel over nagedacht nadien. Want wat deed ik hier nu eigenlijk? Wonen. Maar dan ook helemaal niks meer. Stappen is niet aan te raden en iets spannenders dan stappen is niet iets wat je in Bergeijk tegen zult komen.

Werken doe ik in een (ander klein) stadje, winkelen, naar de film gaan en vrienden opzoeken in de (ietwat grotere) stad en stappen doe ik als vanouds nog steeds in de (kleine) stad, waar al mijn studievrienden en ander vriendelijk gespuis wonen.

Kortom: wat doe ik nog in Bergeijk?

Maar nu ben ik een paar weken verder en kan concluderen dat ik me weer eens aan het twijfelen heb laten brengen. Want hoewel ik allang weet dat Bergeijk niet mijn eindstation zal zijn (bewaar me!), gaf ik dat niet als antwoord aan die vriend van me. Ergens in een donker achterkamertje in mijn hoofd moet zich die gedachte al even heb liggen ontwikkelen. En toen die vriend me er mee confronteerde, wist ik het zeker: ik moet hier nodig weg!

Maar reizen is echt niks voor mij. Ik ben veel te bang om hier iets te moeten missen en moet niet denken aan ellenlange trein-, vlieg- of bootreizen.

Dus blijf ik hier nog even hangen. Doe de dingen op mijn manier. Geniet van de dagen zoals ze zijn en zal vanuit het Bergeijkse anderen volgen op hun reizen. Stiekem reis ik in mijn dromen met ze mee.

Spreekwoordelijk
door Wilbert Pot


In het park stond een zwerver op een kist te oreren. Zijn levensvisie te uiten:

"Mensen ik ben er helemaal infuus van. Ik wil u niet dood maken met een dooie mus, maar ik ga u mijn levensverhaal vertellen. Pak u borst maar vast.

Ik kwam laatst iemand tegen, die uit het niets zei dat ik van het leven geen hout gegeten had en dat mijn leven geen doden aan de zeik legt. Ik voelde me een beetje disney worden, maar ik vroeg wat hij daar mee insemineerde.
Hij had z'n leven gepland, goede baan en een gezin en hij vroeg aan mij waarom ik geen kaas op de plank bracht door hard te werken. Ten eerste gaf ik aan dat ik mijn hand in een nutella had, dus nu tijdelijk arbeidsonbeschikt ben en ten tweede omdat ik in de loop der tijd door het zwerversbestaan gevaccineerd ben geraakt.
Ik werkte als medewerker aan de lopende band. Kijk je moet een gegeven paard niet in de bek schijten, maar op een gegeven moment escaleerde het helemaal uit de hand in mijn hoofd. ik dacht: "Waarom is het zo dat de aandeelhouder wint, en moet ik vechten tegen de bierkraan!” Ik uitte mijn gedachte tegen de baas, maar dat was niet tegen Dobermannsoren gezegd en ik kreeg de zak. Nou toen was ik mooi met de aap uit de mouw gelogeerd.
Toen was het zuipen of verpompen en op het scherpst van de snede heb ik er de trui aangegeven. Geef mijn portie maar aan flipper en ik heb mijn flatje opgezegd. Mijn kop is nu vrij, ik ben niet bijgelovig, want dat brengt ongeluk. Er kraait geen hond meer naar mij en ik heb geen verplichtingen. Ik hoef niet meer opnieuw het ei uit te vinden en niet op de kippen met een stok te slaan. Ik doe wat ik wil en soms wordt ik met een scheve schaatsen aangekeken, maar dat introduceert me niets. Mensen jullie moeten nu de koe bij de uiers vatten, laat ze een poepie van eigen deeg ruiken en schijt op iedereen!"

En toen was het stil en kreeg hij een staande ovulatie!

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.