Columns van Smoel.nl

Stille woorden
door Janske Mollen

Soms is het beter om te zwijgen. Om stil te genieten van wat het leven je te bieden heeft. Die oogverblindende zonsopgang. De ree die door een mannelijke herdershond wordt verzorgd. De verstandelijk gehandicapten die uit hun dak gaan. De lange, zwoele zomeravonden. Het gezelschap van je vrienden.

Soms is het beter om niet te zeggen wat je denkt. Om mensen niet ongerust te maken of te kwetsen. Soms kun je beter luisteren in plaats van praten. Kijken in plaats van te wijzen naar de ander. Soms is het beter om eens een keer geen mening te hebben.

Het zijn maar wat gedachten die een heel andere lading hebben nu ze op papier staan. Ineens kunnen ze de wereld betekenen, alles wat diegene niet zegt. Er kunnen dingen achter gezocht worden, er kunnen gevoelens in verscholen zitten en gedachten in verwoord zijn. Mensen kunnen zich er in herkennen of er verkeerde conclusies uit trekken.

Soms doen woorden meer kwaad dan waar ze bedoeld voor waren.

Sommige woorden kunnen nooit datgene uitdrukken waarvoor ze werden uitgesproken of voor werden opgeschreven. Een ‘sorry’ na een moord is niet altijd genoeg en ‘het spijt me’ na een ruzie geeft niet altijd iedereen voldoening.

Maar woorden kunnen ook troost betekenen en overtuigen. Woorden kunnen liefde geven en pijn verzachten. Woorden kunnen misschien niet altijd datgene brengen wat ze geacht werden te doen, maar woorden zijn vaak goedbedoelde blijken van troost, medeleven en steun. Uiteindelijk gaat het om wie ze uitspreekt, op welke toon, manier of volume. En dan is het nog de kunst dat de persoon voor wie het bedoeld is ze juist interpreteert.

Daarom: “Ik denk aan je en wil er voor je zijn, sterkte!”

Be yourself
door Wilbert Pot

Ik woon in een volksbuurt en dan echt een volksbuurt met markante figuren.

Zo loopt er een dikke kerel met een grote zwarte baard, hij heeft een dikke bierpens en dat is op zich niet erg, maar hij propt alles in een veel te strak glimmend truitje en daarbij heeft hij zijn onderlichaam in een roze ongewassen legging gepropt. Zijn bierbuik is helaas net niet groot genoeg om de dikke bobbel die zijn edele delen voorstellen te verbergen.
Tevens was er de ‘kapitein’. Gehuld in een donkerblauw colbert, met gouden knopen en een witte kapiteinspet liep hij elke dag het verkeer te regelen. Dit deed hij geheel kosteloos en daarmee zou de politie blij moeten zijn, ware het niet dat hij elke dag straalbezopen was en zodoende een gevaar voor zichzelf en het nietsvermoedende verkeer. Ik heb hem een tijdje niet meer gezien.
Ook is er nog een gepensioneerd mannetje die elke dag op een gele flitsende scooter in zijn veel te dure trainingspak op de hoek van de straat staat. Uit zijn scooterradio schalt de muziek van Frans Bauer keihard over straat. Maar gelukkig is het niet alleen Frans Bauer, want soms draait hij ook wel eens een nummertje van Marianne Weber.

Maar ik houd van mijn buurtje. Het heeft kleur in plaats van een gestructureerde massale nieuwbouwwijk waar de lamellen voor het raam hangen. Waar de tweeverdieners om half 6 massaal aaneengesloten de straat binnen rijden vanaf het kinderdagverblijf. Waar de materiele spullenboel het belangrijkst is om het perfecte leventje in stand te houden en men alleen met de buren communiceert uit oogpunt van concurrentie.

En die markante figuren hebben nog groot gelijk ook. Fuck ‘de massa’, be yourself!

Het Zwanger-Virus...
door Janske Mollen


“Maxima is zwanger!” klonk het opgetogen toen ik thuiskwam.
“Oh”, was het enige dat ik uit kon brengen.

Tja, wat had ik dan moeten zeggen? Jemig, het is ‘maar’ een zwangerschap. En natuurlijk vind ik het wel leuk. Het gaat tenslotte om onze Ooit-Koning-To-Be. Maar het lijkt wel of het Ik-Ben-Zwanger-Virus rondwaart door Nederland. Sterker nog, door mijn kennissenkring. De een na de ander raakt zwanger, bevalt, stopt dan met zwanger worden of raakt weer zwanger.

En ik heb echt niks tegen babies, heus! Maar als je zelf alleenstaande kinderloze bent, heb je niet altijd behoefte om wild enthousiaste verhalen te moeten aanhoren over zwanger worden (want ik weet best dat je dat al van zoenen op kan lopen), over zwanger zijn (want da’s allemaal stukken minder dan dat de Viva-columns je doen geloven) en over De Weg Naar De Bevalling.

Want gottegot, da’s er eentje met kronkels, obstakels en slecht wegdek hoor! Daar zijn de Belgische snelwegen niks bij. Om de haverklap moet je een echo laten maken, je gestel na laten kijken, je op de hoogte stellen van wat er allemaal op baby-gebied bestaat, je voorbereiden op hoe je wilt bevallen (“Thuis, ziekenhuis, met of zonder ruggenprik, in bed, in bad, hangend, gehurkt? Roept u maar!”) en op wat je allemaal in huis moet hebben. Vind je het gek dat de baby-winkels de grond uitschieten? Da’s kassa namelijk.

En dat komt allemaal om het hoekje kijken als je een groot vat van emoties en verwarde gevoelens bent. Want terwijl De Zwangere Vrouw jaren aan het dieet zat, is nu ineens alle hoop op maatje 36 verloren. Weg goede voornemens, niks hongerdieetvoorschriften. Eten moet ze! Pluis de bijkomende dilemma’s: hoe voeden we Kind op? Maakt het verschil of het een Jongen of Meisje is, Heteroseksueel of Homoseksueel, doen we Kind meteen op Tennisles en stimuleren we Kind tot een Medicijnenstudie of mag Kind doen wat hij of zij zelf wil? En als dat zo is, wordt het dan geen Etter van een Kind?

“Maxima is zwanger!”
“Kut voor d’r!”

Hoezee!
door Wilbert Pot


Een paar weken terug verkondigde onze minister-president dat we het de komende jaren zwaar gaan krijgen. Het gaat slecht met ons land op nationaal en internationaal niveau. We moeten bezuinigen en de spreekwoordelijke broekriem strak aantrekken.

Maar er zal een vrouw in Nederland zijn, die de komende maanden niet de broekriem zal aantrekken. Zij is de redster van onze constitutionele parlementaire monarchie. Zij is de redster van onze natie. Zij brengt ons het oranje gevoel terug, zij bezorgt ons een troonopvolg(st)er. Vanaf nu is Máxima onze nationale superheldin! Het land kruipt uit de recessie. Mooie jaren liggen in het verschiet!

Onze eigen hardcore celebritywatcher Joop van Tellingen zei het twee maanden terug al vanuit een vuilniscontainer bij paleis Noordeinde: de redding is nabij. JP sprak woensdag guitig na zijn eerste heringevoerde torentjesoverleg: “De hele Nederlandse samenleving zal blij zijn met deze boodschap!” Want naast alle balkenellende, hebben we met z’n allen eindelijk iets positiefs om naar uit te kijken. Oma-to-be Bea was ook helemaal door het dolle heen en maakte zowaar een vreugdedansje.

Waarom was daar geen camera bij? Wim-Lex krijgt een echt Vader des Vaderlandsimago. Opzij aandachttrekkend, oneigenlijk prinsesje Margarita, hier is prinses Maxima in volle glorie. De kranten zullen er tot januari vol van staan, met elke dag een nieuwe foto van het schattige buikje vanuit een andere hoek. Zal Máxima de webloggende BN’ers volgen en een eigen lifelog beginnen? Die na de geboorte over gaat op een babylog? Misschien een leuk idee om zo de ontwikkeling van onze ‘moeder’ en de nieuwe telg in het Oranjegezin te volgen.

Woensdag in de supermarkt ging het nergens anders over: “Zie je wel, ik dacht het wel te zien hoor!”, “Ik hoop dat ze nu wat voorzichtiger gaat rijden, ja autorijden hè!”, “Volgens mij draagt ze het naar achteren”, “Nee Ans, dat is gewoon haar Zuid Amerikaanse derrière!” Iemand in de rij bij de kassa had zelfs het Wilhelmus als ringtone.
Het Nederlandse positieve oranjegevoel is weer terug en onze samenleving is gered. Driewerf hoezee: Nederland hoezee!

Of draaf ik nu een beetje door?!

Algemeen goed
door Ramon Stoppelenburg


Vorige week heb ik opeens ervaren dat de zomer begonnen was hier in Canada. Ik zat met mijn winterjas in de metro van Toronto en zat me toch te zweten! Ik keek rond zag iedereen zomers gekleed zitten. Oh, is het alweer zomer?! Na eergisteren een middagje gekanood te hebben, ben ik inmiddels van top tot teen verbrand.

Het was een week vol met opzienbarende gebeurtenissen. Zo verbleef ik bij een man in Toronto die me 's middags even meenam in zijn vliegtuigje en nog geen half uur later hing ik verbaasd boven de Niagara Watervallen. Ik had wel verwacht dat ik die watermassa zou zien tijdens mijn tocht door dit land, maar zo uniek van bovenaf had ik natuurlijk nooit durven dromen.
De afgelopen week hebben ook de media mij weer even gevonden. De landelijke krant The National Post publiceerde een halve pagina over mijn reisgebeuren op hun pagina 3. Als aankondiging was mijn hoofd pontificaal afgedrukt over de titel van de krant, op de voorpagina dus! Dat had ik ook niet verwacht, maar het maakt het liften van plaats naar plaats er wel makkelijker op.
Ik heb afgelopen week wel de eerste rel meegemaakt toen een aantal mensen zeer teleurgesteld waren omdat ik hun huisje overgeslagen heb en dat lieten ze weten in boze en soms brutale e-mailtjes. ,,Wie denk je wel niet wie je bent?! We volgen je reizen nu al jaren online, en nu kom je niet langs? Wat is dat voor onzin?" Sorry, ik heb maar vijf maanden om door Canada te trekken, ik kan niet bij iedereen overnachten en ik moet toch voor eind juli helemaal aan de westkust van het land zijn. Soms vraag ik me af of het wel 'goed' is om zo een algemeen goed te zijn.

Ik heb trouwens vernomen dat men in Nederland een algemeen rookverbod wil instellen in kroegen. Inmiddels ben ik daar in Canada al aan gewend: wie wil roken mag even naar buiten lopen. En ik vind het niet eens zo onaardig. Opeens is het minder mistig in de kroeg en stinkt de kleding niet zo na een avondje stappen. En opeens was er respect voor niet-rokers. Misschien dat we dat in Nederland dan ook ooit krijgen.

De drooglegging
door Janske Mollen


Jaren heb ik gedacht in de verkeerde tijd geboren te zijn. In de geschiedenis wilde ik leven. Louis Quatorze, Cleopatra, Julius Ceasar, Shakespeare, Jezus, Mao Tse Dong, Hitler, Kennedy, Bonifatius; ik had ze allemaal willen ontmoeten. De meest briljante tijd lijkt me nog steeds die periode dat Al Capone heerste in Chicago.

Het was ten tijde van de drooglegging, tussen 1920 en 1933, die voor bijna heel de Verenigde Staten gold. De maffia kwam op en misdaad, dranksmokkel en onderduik-café’s waren niet weg te denken. Ik was natuurlijk een tough lady die een clandestiene, alcoholrijke kroeg bestierde ergens in een achterafstraatje in Chicago. In een donkere wijk zou ik achterin een obscuur gebouw een etablissement hebben opgezet, waar vage types, stoere maffialeden en alcoholverslaafden vooral hun natje vonden. Overdag was ik een nette koopvrouw die naar haar man luisterde en voor de buitenwereld een deugdzame rol vervulde. Maar ’s nachts zou ik naar mijn kroeg gaan en tot in de vroege uurtjes alcohol aan de man – en een enkele vrouw – brengen. Ik zou stiekem rijk worden en mijn geld op slinkse wijze moeten wegmoffelen, om bij de autoriteiten geen achterdocht te wekken.

Zucht.

Teveel fantasie? Ik zie mezelf binnen nu en een jaar een clandestiene kroeg runnen. Ergens in een achterafstraatje in Eindhoven, Breda, of Tilburg. Vlak bij de grens met België, vanwege de smokkelroutes van weleer. Ik zal overdag het deugdzame leven leiden van een jongedame met een goede baan in een maatschappelijke sector. Want binnenkort wordt Nederland drooggelegd. Op één januari mag in geen enkele kroeg nog gerookt worden. Behalve in de mijne, want wie ontzegt er nu zijn burgers een van de nog spaarzame geneugten die er in een tijd van recessie nog resten?

Fitness
door Wilbert Pot


Ik zit op dit moment in de leeftijdscategorie dat je als man bepaalde verschijnselen krijgt. Zoals een bobbelend bierbuikje en steeds lager hangende love handles. Om dit te voorkomen heb ik besloten om weer op fitness te gaan.

Ik meld me aan bij een sportschool in de buurt en in plaats van gelijk op een machine te springen, krijg ik eerst een ongewild gesprek met een bruine fitnessinstructeur met een staart. Hoewel ik altijd wel de behoefte heb om eerlijk tegen mensen te zijn die voor gek lopen, laat ik dat bij deze persoon maar. Dit door zijn postuur en z'n taekwondo T-shirt. “Waar wil je aan gaan werken!?”, vraagt hij. Waarop ik vastberaden antwoord: “Een algehele conditieopbouw en het tegengaan van ouderdomsverschijnselen!”. Na het uitdraaien van mijn persoonlijke fitness-schema is het zijn bedoeling mij persoonlijk begeleiden, maar omdat ik al enige ervaring heb in het fitnessgebeuren en ik twijfel aan zijn seksuele voorkeur, sla ik het aanbod af.
Eenmaal de zaal ingelopen, ruik ik de zweetgeur die mij gelijk de adem ontneemt. Maar ach, laten we gelijk met het meest intensieve beginnen: de lopende band. Ik stel het martelwerktuig in op 20 minuten en ik begin te rennen. Het lege apparaat naast mij wordt na enige tijd in gebruik genomen door een klein Aziatisch persoon. Hij hangt zijn handdoekje op, stapt de lopende band op, zijn benen vliegen naar achteren en hij klapt zo voorover met z'n kin op de machine, waarbij z’n benen eindigen in een bambi-stand. Iemand was zo leuk geweest om het apparaat aan te laten staan en was er zo vanaf gesprongen. Met zijn bril van min 10 en de harde dancemuziek die op de achtergrond dreunde, had de man niet gemerkt dat de band nog draaide.
Nadat de ambulance was gebeld, liep ik naar het krachthonk toe. Waar een aantal Jerommeke-imitatoren hun uiterste best deden om hun held te evenaren. Het eerste apparaat op mijn schema was bezet door een brede gorilla-kerel. Om mijn schema niet te verstoren vraag ik vriendelijk hoe lang hij nog bezig was. Hij keek mij aan alsof ik hem vroeg naar zijn mening over de constitutionele parlementaire monarchie. Na een aarzelende glimlach, stamelt hij: “nog 5 keer!” Na 10 minuten gewacht te hebben en zijn telkunde te hebben opgegeven, besloot ik om mijn uitgebalanceerde schema maar weg te gooien en gewoon m’n eigen zin te doen.

De volgende ochtend wil ik met één slag mijn wekker uitslaan. Het lukt niet: au, Spierpijn! De rest van de dag heb ik als een robot met schanierproblemen rondgelopen. Fitness kan toch niet gezond zijn?

Kuchen in Toronto
door Ramon Stoppelenburg


Ik zit nu in de propvolle trein naar Toronto, Canada, dat vorige week weer op de lijst van negatieve reisadviezen is gezet door de Wereldgezondheidsorganisatie vanwege twee nieuwe gevallen van SARS.

In de overvolle trein is er niets van te merken. Niemand zit hier met een mondkapje te prutsen en iedereen schijnt te genieten van het zomerse weer.

Familie en vrienden maken zich ongerust. ,,Toronto? Daar ga je nu toch niet naartoe?! "En dan voel ik me verplicht om even voor Canada op te komen. Groot Toronto heeft een oppervlakte van 650 km2 met zo'n 4 miljoen (!) inwoners. In twee zwaar beveiligde en geïsoleerde ziekenhuizen liggen een paar honderd mogelijke SARS-gevallen. En SARS is enkel een enorm hardnekkige longontsteking, dus als je er niet tegen bestand bent (lees: je bent oud of hebt weinig weerstand) kun je het dodenaantal van enkel twintig oude mensen verhogen.

Ik zit er niet echt mee. De wereldmedia hebben Toronto op de kaart gezet met dat negatieve reisadvies en vervolgens wordt zo de complete toerisme-industrie van Canada omver geschopt.

Het is jammer dat de verslaggevers van de media enkel kijken naar SARS als dit verschrikkelijke virus (zo erg dat je bijna denkt dat je huid er van gaat koken, je implodeert en vervolgens als een groene gelei op de vloer eindigt) terwijl er in Toronto maandelijks 200 slachtoffers vallen in het verkeer en 1500 mensen sterven door aandoeningen veroorzaakt door langdurig roken. Aantal doden in Canada door SARS sinds het begon: slechts 20. En nu ben ik niet echt op de hoogte van de publieke opinie in Nederland, maar er zal vast wel iemand een vinger opgestoken hebben met de vraag ,,en malaria dan?". Zolang dat niet in onze eigen achtertuin ronddoolt, kan het ons geen zak schelen.

Voor de 'locals' hier stelt dat SARS helemaal niets voor. De ijshockeywedstrijden in volle stadions gaan gewoon door, met z'n allen naar de bioscoop, en op straat lijkt er niets veranderd te zijn aan het normale leven. En men winkelt zelfs in Chinatown.

Als het virus de komende maand nog meer slachtoffers maakt in Canada, zal het land waarschijnlijk weer op de zwarte lijst komen van de Wereldgezondheidsorganisatie. En misschien moet ik dan in quarantaine als ik weer terugkom in Nederland, enkel omdat ik enkele dagen heb rondgekucht in Toronto. Ik ben namelijk een beetje verkouden op dit moment.

Kom dansen, feesten...
door Janske Mollen


Ik kan van veel dingen gelukkig worden. Een goede vriendin die belt of een briefje stuurt, een clubje vrienden dat spontaan meldt dat ze onderweg is naar Eindhoven om te stappen, lekker uit eten met vrienden, een goed boek, een fantastisch muzikaal riedeltje of een vogel die vlak naast mijn terrasstoel in het gras neerstrijkt om zijn graantje mee te pikken.

Maar het was lang geleden dat ik tranen in mijn ogen kreeg door het besef dat er mensen puur en echt genieten. Dat er mensen bestaan met zo’n intense glimlach en zo’n vermogen om die gelukzaligheid rechtstreeks naar mij uit te stralen als die verstandelijk gehandicapten die het afgelopen weekend ergens in Nederland aan een playbackshow deelnamen.

Niks gevoelens van oppervlakkige of oneerlijke sympathie of het mooi vinden om het politiek correct mooi vinden. Het ging hier om jonge en wat oudere mensen die door wat voor oorzaak dan ook ooit een verstandelijke handicap opliepen en nu met een overtuigende vanzelfsprekendheid het podium betraden om heel eventjes Frans Bauer, Corry Konings of zelfs Céline Dion te worden.

Maar de koude rillingen kwamen bij Merel, die in een rolstoel zat en eigenlijk het enige nummer kon playbacken waarvan zij vond dat het voor haar geschreven was. ‘Nergens goed voor’ klonk zaterdag schrijnend pijnlijk.
In schril contrast daarmee stond Maaike. Die in haar eentje op het podium stond om de M-kids te playbacken. Dansend, zingend, zwaaiend naar moeder en tante, het publiek opzwepend: “Kom met mij dansen, feesten…”
En toen voelde ik een teveel aan vocht in mijn ogen en schudde het geërgerd weg. Hoezo nergens goed voor? Ik kom Maaike! Dansen, feesten! En met dat in mijn achterhoofd heb ik de rest van het weekend meer dan intens beleefd, genoten, gefeest, geleefd.

De ideale wereld
door Wilbert Pot


Sinds drie dagen hebben wij een nieuwe postbode. Nou is dat als buitenstaander niet zo spectaculair, maar wel als je zijn bezorgmethode kent. Volgens mij is deze postbode de schepper van een veiligere, sociale en vriendelijke wereld.

Benieuwd!? Nou, sinds zijn eerste dag bij ons in de straat bezorgt hij mijn post bij de buren, en de post van de buren bij mij. Dit doet hij volgens het opschuifprincipe. Dus de post van nummer 3 gooit hij bij nummer 1 naar binnen, de post van nummer 5 bij nummer 3 en ga zo maar door. Ik ben woonachtig op nummer 15, krijg dus de post van nummer 17, en nummer 13 krijgt mijn post. Tot zover hebben wij het ingewikkeldste gedeelte gehad.

Voorheen wist ik dus niet wie mijn buren waren. Zo is dat nou eenmaal in de grote stad en iedereen heeft dat geaccepteerd. Maar nu ik mijn post bij nummer 13 moest ophalen, raakte ik in gesprek met Ans, mijn buurvrouw van 58. Een half uur later wist ik hoe je de ramen streeploos moet schoonmaken, wat de beste methode was bij het schrobben van de straat en werd mij haar nichtje van 22 aangeboden. In de trant van: "Volgens mij ben jij wel een leuke jongen voor haar!" Ik weet niet of ik met het laatste zo blij moet zijn, maar goed mijn kennis is weer toegenomen en ik kan de volgende keer vragen of ze genoten heeft van ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ dat ik letterlijk kan volgen als ze de televisie weer zo hard aan heeft staan.

's Avonds bracht ik de post die ik ontvangen had van nummer 17 even bij Johan, mijn buurman langs. Aangezien hij een rekeningoverzicht had van T-mobile, raakte we aan de praat over telefoonabonnementen en kwam ik erachter dat ik al jaren lang te veel betaal voor mijn KPN abonnement.

Ik ken nu 2 mensen in mijn straat. Maar stel nu eens voor dat hij de even en oneven nummers verwisselt, dan leer ik mijn overburen kennen. Als hij dit nog verder doorvoert op straatniveau, dan leert iedereen elkaar kennen in de naburige straten. Buurtfeesten worden georganiseerd, veiligheid, de sociale controle en het kennisniveau neemt toe en zo ontstaat er één happy community. Een ideale wereld gecreëerd door onze held: de postbode!

In de nachttrein...
door Ramon Stoppelenburg


Ik bevind me in The Ocean, zoals ze deze trein tussen Halifax (Nova Scotia) en Toronto (Ontario) noemen. Ze hebben hier in Canada zo weinig treinen, dat ze die beestjes maar een naam hebben gegeven.

De grote Canadese treinmaatschappij heeft mij deze rit naar Toronto gratis aangeboden en beloofde mij helemaal per trein terug naar Vancouver te helpen. Voor de duidelijkheid, dat is dus helemaal van de oostkust naar de westkust van het Noordamerikaanse continent! En ik heb gehoord dat dit een unicum is, omdat de maatschappij zelden mensen sponsort.

De manager die mij zo graag sponsorde blijkt een fan van mijn Engelstalige website te zijn. Als Franstalige Canadees ziet hij een perfecte manier om zo zijn Engels bij te houden. Wat een compliment voor iemand die op school nooit hoger dan een mager zesje haalde bij de Engelse les!

In de trein heb ik een eigen eenpersoonskamertje gekregen. Dat klinkt stoer, maar ik heb nog nooit in zo'n klein hok gezeten als nu. Naast een bank bij het raam is er op een voet afstand een afgedekte toiletpot en een opklapbare wasbak. Ik vind het erg vreemd om in hetzelfde hokje waarin ik van het fantastische voorbijrazende uitzicht geniet, mijn broek naar beneden te trekken om een boodschap te doen.

Na een avondmaaltijd in de luxueuze 'dining room' en het kijken van een film in de Moural Lounge klim ik mijn cel weer in. Het is tijd om te slapen. Met één ruk aan een hendel klap ik zo de zijmuur omver en wordt de gehele oppervlakte van het hok gevuld met een heus bed met matras en dekens en al.

Terwijl de oostelijke provincies van Canada aan mij voorbijtrekken in het donker van de nacht, nestel ik mij in dit comfortabele bed. Ik heb nog nooit eerder gedacht dat een treinreis voor mijn part zo wel veel langer mag duren! Welterusten!

Bikinitopje
door Janske Mollen


Soldatenkisten, opgerolde zwarte of donkerblauwe spijkerbroeken, geruite blouses of Lonsdale of Fred Perry-shirts. Rood-wit-blauwe veters, rood-wit-blauwe haarelastiekjes en strakke staarten of vlechten, kale koppen, gemilimeterd hoofdhaar. Hempjes met spaghettibandjes, witte hempjes, felroze hempjes, knalblauwe hempjes, haltertopjes, shirtjes zonder en met mouwen, nethempjes, zwarte shirts met en zonder afbeeldingen. Punkkapsels, gestylde kapsels, slordige kapsel, geverfde haardossen, vettige haren, golvende haren, wuivende haren, wapperende manen, korte kapsels, lange kapsels, vlechten, knotjes, staartjes. Lange broeken, korte broeken, driekwart broeken, opstroopbroeken, aanstroopbroeken, korte rokjes, knielengterokjes, lange wikkelrokken, broeken met openzwaaipijpen, hele korte broekjes en rokjes. Lopend op sandalen, slippers met schelpjes, met bloemetjes, in felle kleuren, op muilen, klompjes, sneakers, gympen, hakken met en zonder spitse neus, nike air max, kisten, plateauzoolschoenen.

Ik heb het allemaal voorbij zien komen de afgelopen dagen, net als de rest van het Nederlandse terrasvolk. Sommigen mochten van mij wel veertien keer voorbij komen, anderen hadden ze beter de onderduikadressen van de hobbykippen kunnen wijzen. Bepaalde kledingstijlen deden me aan nazi’s denken (de gelaatsuitdrukkingen en op mij gerichte blikken overigens ook), andere aan sletten, snollen en sloeries, maar ook aan dandies, patsers, gladjanussen, yuppen, kakkers, alto’s, meelopers, housers, skihutliefhebbers, sportievelingen, sloddervossen, pietje-preciezen.

Maar wat ik weiger ooit te zullen begrijpen of te accepteren is het vanzelfsprekende gemak waarmee een-hoogblonde-hoogstwaarschijnlijk-Randstedelijke-dame-die-op-een-camping-bij-mijn-woonplaats-verblijft zonder scrupules in een net iets te korte spijkerbroek en een bikinitopje door het centrum fietst. We hebben geen gemeentelijk zwembad – hoewel de bevolking in het verleden er ooit geld voor inzamelde wat op miraculeuze en bijna katholiek aandoende wijze spontaan verdween – en het campingzwembad was de dame in kwestie al ruimschoots gepasseerd, dus wat bezielde haar?

Het was de overmoed van een toeriste met denigrerende gevoelens voor de locals, de provinciaaltjes in het pittoreske, maar oh zo plattelandsdorpje.

Blijf dan weg!

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.