Columns van Smoel.nl

Als ’t knaagt

Door Janske Mollen

Opeens ben je dertig. En ineens slaat het toe: het ik-wil-niet-alleeen-overblijven-syndroom.Ik had het er laatst nog met een vriendin over. Wat is dat toch? We willen niet met de eerste de beste vent verder. Tegelijkertijd vragen we ons af of we te kritisch zijn en wat er in godsnaam aan ons mankeert? Niks! Maar waar is die droomprins dan?

Ja, ja, ik weet het. Dé man bestaat niet. Het is een kwestie van geven en nemen. Accepteren dat hij zijn sokken laat slingeren of het dopje niet op de tandpastatube draait. En hij moet ook maar net met mijn onhebbelijkheden kunnen leven. Accepteren dat ik nu eenmaal jan en alleman ken, lichamelijk in mijn vriendschappen ben en enorm aanwezig ben. Dat ik niet altijd zin heb om op te ruimen of af te wassen en dat ik alleen geëmancipeerd ben als het mij uitkomt.

Bovendien schijn je niet te moeten zoeken. ‘Want dan vind je hem nooit.’ Maar het lijkt mij ook niet zozeer een kwestie van zoeken. Meer een geval van je ogen open houden en verder kijken dan die belachelijke trui of die wanstaltige manier van grootdoenerij in de kroeg.

Maar we – mijn vriendinnen en ik – lopen langzamerhand tegen de dertig en om ons heen is het virus toegeslagen. Het virus van verkering, meer bij elkaar dan in je eigen huis zitten, samenwonen, huizen kopen en voorzichtige kind- of trouwplannen maken. En die leeftijd van dertig lijkt op een angstaanjagende grens tussen altijd alleen of verder samen.

Totdat ik met mijn studenthuisgenoot aan de praat raakte, die zich in een vrouwenwespennest had gestoken. Daar baalde hij weliswaar van, maar het bood ook ongekende mogelijkheden: wel de lusten, niet de lasten. ‘Ik denk dat ik altijd vrijgezel blijf’, verzuchtte hij. En toen dacht ik: ‘Je hebt groot gelijk, want als je eenmaal gestrikt bent, kun je nooit meer zonder.’ In elk geval tot je dertigste, want dan begint het tóch te knagen.

Zuig!

Door Wim Schluter

Al tijdenlang zoek ik ernaar; een oplossing voor het ruimtegebrek in mijn volgens bouwkundigen ‘natte cel’ in huis, die plek dus waar douchen en poepen samenkomen.

Probleem; ik heb te weinig ruimte en wil toch mijn ‘shampoo voor normaal haar’ kwijt. Op een plankje, richeltje, of desnoods hangend aan een touwtje. Bijkomend probleem; boren in de muur wil ik niet. Want; twee linkerhanden. Dus ben ik aangewezen op Dingen Met Zuignapjes of Dingen Met Plakkertjes.

Om te beginnen; Dingen Met Plakkertjes. Zijn er in overvloed, variërend van Tesa Power Strips tot Bison Supper Collage of zoiets. Volgens de verpakking revolutionair, vernieuwend en eenvoudig te verwijderen. Nou, ammehoela. Blijven ze überhaupt al hangen, dan breekt het haakje na verloop van tijd af. Waarna het lijmlaagje inderdaad goed blijkt te hechten op de badkamertegels, en je nog tijdenlang tijdens het poepen zit aan te kijken tegen de verwijtende lijmresten op de muur.

En dan zijn er Dingen Met Zuignapjes; ook hier is de variatie eindeloos. En ook hier -volgens de verpakking- allemaal even revolutionair. Eergisteren viel ik wederom in de val van de detailhandel; ik kocht een plankje met zuignapjes dat er buitengewoon betrouwbaar uitzag. Door middel van een hefboom-mechaniekje zogen de zuignapjes zichzelf he-le-maal vacuüm. Tamelijk duur, maar ik kamp zoals gezegd met ruimtegebrek en dan mag zoiets wat kosten. Thuisgekomen volgde ik ademloos de instructie, boende de tegels schoon, bevochtigde het rubber der napjes, haalde het hefboompje over en bevestigde het plankje... muurvast.

Niet zo’n beetje muurvast, nee; écht vast. Met mijn vuist deelde ik een paar flinke stoten uit aan het plankje, maar het geheel hing stootvast. Tevreden laadde ik een indrukwekkende hoeveelheid flesjes shampoo, scrub en doucheschuim op mijn nieuwe aanwinst. De overwinning was dan eindelijk behaald.

Tot vannacht drie uur. Met een voor dat tijdstip indrukwekkende knal flikkerde het hele geval, inclusief bepakking, van de muur. Na het rechtopinbed-schrikmoment rende ik woedend door naar de douche en trof daar volgens verwachting het plankje met alle zooi verspreid over de vloer aan. Aangewakkerd door mijn verstoorde nachtrust pakte ik een zuignap van de vloer en drukte, nee; gooide deze met met kracht tegen de muur. Onderwijl uitroepend: ‘zuig!’.

Het napje hangt nog. Wel heb ik een barst in een tegel.

Gerechtigheid

Door Janske Mollen

Soms ben ik werkelijk te bitchy. Zelfs naar mijn zin. Dan flap ik er iets uit, waarmee ik weliswaar de lachers op mijn hand heb, maar de pijn in andermans ogen zie. God, wat haat ik mezelf dan intens. In elk geval heel even. Want het is ook wel leuk om eens grappig te zijn naar andermans maatstaven.

Vandaag was ik op een fanatieke jacht naar laarzen. En ze moesten ook vandaag gekocht worden. Want ik ben al even op zoek naar leuke laarzen. Maar met mijn kuiten wil dat niet zo lukken. Schiet ieder normaal mens zonder problemen in de meest hippe uitvoeringen, dan wil bij mij de rits nog niet half dicht. Handbalkuiten schijnen ze te heten. Da’s de meest positieve benaming in elk geval.

Ik heb de afgelopen weken echt elke schoenenzaak van binnen gezien, iedere laars in handen gehad, een groot aantal nog geprobeerd over die kuiten van me heen te trekken. Maar het mocht allemaal niet baten. Ik leek zelfs even gedoemd te zijn om enkellaarsjes of de meest wanstaltige platte schoenen te moeten dragen. En dat kan echt niet onder een rokje. Dat wist ik. Hippe vriendinnen genoeg om me het anders voor te doen.

Dus vandaag was de nood aan de man. Want mijn oude laarzen barsten open bij naden waarvan je je afvraagt hoe mij dat nu weer overkomen kan. En dus stond ik mistroostig en met een getergde blik in mijn ogen in de 428ste schoenenzaak naar het aanbod te kijken. En zowaar. ‘Deze laarzen hebben extra kuitwijdte!’ vertelde een bordje me. Alsof je je nog niet belachelijk genoeg voelt door die ballonkuiten. Maar goed, ze pasten, ze waren leuk, hoog (Joechei!) en duur. Nee, niet prijzig: DUUR!

Dus wilde ik de tweede laars ook even testen. Maar alle zes verkopers stonden op twee meter afstand van me te spelen met schoenlepels, het mannelijk aanbod dat de winkel passeerde te bespreken of elkaars smaak te testen. Ik keek hun kant op, wachtte, werd aangestaard door zes paar ogen. Waarop ik toch maar vroeg:
"Zou iemand me kunnen helpen? Of zijn jullie druk?"

Ai! Waarom zei ik dat?

Maar het voelde wel zo vreselijk goed om eens even lekker te katten na die vreselijke weken van vergeefse laarzenjacht. Daar deed mijn aankoop niks aan af. Die opmerking wel. Eindelijk weer eens gerechtigheid.

Een kwestie van perceptie

Door Vincent Wever

In Enter gebeurt niets. De laatste moord is een jaar of dertig geleden gepleegd en dat was ook nog eens door iemand van buiten. Als de brandweer door het dorp rijdt, rijdt menigeen er achteraan. Slechts een keer in de vier jaar staat het dorp op zijn kop tijdens de Enterse Dagen, maar dan heb je het echt gehad.

Enter, het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets of anders niet veel. Mij des te meer. Ik ben er opgegroeid namelijk. Onder een warme deken van een protestantse dorpssamenleving die, naarmate ik ouder werd, meer en meer verstikkend werd. Ik kan me herinneren dat ik er op mijn twaalfde al weg wilde. Het heeft nog tien jaar geduurd voordat ik de daad bij het woord voegde.

Toen ik dan eenmaal naar Zwolle kwam, werd ik extra met mijn neus op de feiten gedrukt. Als ik dan in het weekend terug kwam in Enter, merkte ik extra goed hoe rustig en gezapig het er was. Ik had er echt niets anders te doen dan de zaterdageditie van De Twentsche Courant Tubantia van A tot Z door te lezen om vervolgens met mijn enige vriend die ik daar in dat dorp had wonen te gaan verzuchten hoe weinig hier wel niet te doen was. Duizendmaal hebben wij onze ouders vervloekt waarom ze toch dachten dat dit een leuk dorp was om je kinderen te laten opgroeien.

Precies een jaar geleden vertrok ik voor een aantal maanden naar Brussel en merkte ik dat het daar pas allemaal gebeurde! Tweehonderdvijftig internationale organisaties die er hun hoofdzetel hebben, een inwoneraantal tweemaal Amsterdam en altijd wel wat in de binnenstad te doen. Het was een heerlijke tijd en had er dolgraag langer willen blijven. Helaas, de studie moest af en dat speelde zich toch nog echt in Zwolle af.

En dus zit ik hier alweer een aantal maanden in Zwolle. Leuke vrienden, een paar aardige kroegen, maar weet je wat het probleem is? In Zwolle gebeurt niets. Ik wil hier weg. Maar dat zal nog wel een jaar of tien duren.

This site tracked by OneStat.com. Get your own free site tracker.